zaterdag 14 januari 2012

Dwergbomen en heksenbezems.

In de berk ontstaan heksenbezems omdat een schimmel de groeipunten doodt waardoor de onderliggende slapende ogen massaal tot ontwikkeling komen. Er ontstaat dan een soort "bezem" van uitlopers. Oppervlakkig gezien lijkt het of de berk bezet wordt door een groot aantal vogelnesten.
Ook in andere bomen kunnen heksenbezems voorkomen, ook door andere micro-organismen die de groeipunten aantasten.
Echter op coniferen  lijkt dit verschijnsel niet altijd door ziekmakende organismen te worden veroorzaakt, maar door mutaties in vegetatieve cellen.
De laatste decennia zoeken plantenzoekers over de hele wereld naar heksenbezems in allerlei bomen. Deze worden dan door kwekers als dwergbomen voortgekweekt.
Toen ik deze zomer in het Arboretum in Wageningen deze boompjes bij een kweker zag, vond ik het intrigerend. Hoewel ik erg van wilde natuur en grote bomen hou, heb ik vreemd genoeg ook een zwak voor bonsaiboompjes. Ik ben zeer terughoudend in het stileren, maar heb gemerkt dat ik heel veel leer van het zo dicht betrokken zijn bij de veranderingen in de boompjes die onder mijn hoede zijn. De meesten heb ik zelf opgekweekt.
Dus kon ik het niet laten een tweetal uit heksenbezem verkregen miniboompjes aan te schaffen. Ik denk dat ze zijn geënt op een onderstam.

De bovenste is een Pinus mugo "Mini Mini", een heksenbezem uit een dwergdennetje.
En de onderste in de zwarte pot is een Nordmann spar (Abies Nordmanniana "Hunnewel W.B.") en een heksenbezem uit Amerika. Beiden zijn niet meer dan een cm of 16 hoog.
Het roept bij mij wel vragen op over de gezondheid van heksenbezems als boompjes, vooral als de oorzaak ligt bij een ziekmaker.
Dat schijnt dus bij de berk wel, maar bij mijn aanwinsten niet het geval te zijn.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten