vrijdag 30 maart 2012

De els: bomenkalender nr.4.



                                  De onderste foto is van wikipedia.

De vierde boom op de Keltische bomenkalender is de zwarte els - Alnus glutinosa - die hoort bij de periode 18 maart tot 14 april. De els is een boom die graag vlak bij het water staat, of zelfs met de wortels erin.
Hoewel wij een slootje aan de grens van de tuin hebben, staat er geen els. Iets verderop aan de rand van het dorp staat wél een groepje, en daar ben ik heen gelopen voor eerste twee foto's.
Het silhouet van de boom is best elegant en in de bladloze periode is hij niet al te moeilijk te herkennen vanwege de (vrouwelijke) elzenpropjes, die het hele jaar door aan de boom blijven zitten. Als in het voorjaar de mannelijke, hangende katjes verschijnen ( zie onderste foto), zitten de oude, bruine propjes er nog aan. Het jonge blad moet dan nog komen en de nieuwe, groene propjes zien we pas nóg later.
De eindknoppen zijn aan het eind van de winter wat paarsig, maar de laatste week is de boom hier aan het uitlopen.
Elzen kunnen massaal voorkomen in de zg. elzenbroekbossen. Een "broek" is een laaggelegen, drassige plaats. Een aardig verhaal hierover vond ik hier.
Als van elzen hout kapt, wordt het oranjerood op de zaagsnede.  Wanneer het hout dan onder water blijft, kan het eigenlijk niet rotten, waardoor het vroeger werd gebruikt als funderingspalen. Een deel van Amsterdam rust hierop.
Aardig om te weten is dat door symbiose met een schimmel in de wortels de boom stikstof uit de lucht kan binden, die wordt opgeslagen in een soort wortelknolletjes. Zo functioneren die knolletjes als een soort groenbemesting.
De Kelten en de Germanen zagen de els als een magische boom, die met dood en wedergeboorte in verband werd gebracht. Toepasselijk in de Paastijd.

dinsdag 27 maart 2012

Vroege tulipa, helmbloem en tweekleurige longkruidbloemetjes.



Een wandeling door de tuin levert nu zoveel moois op, dat je haast niet kunt kiezen wat op de foto mag.
Eén van de vroegste botanische tulpjes is wel de Tulipa turkestanica: laag, meerbloemig en heel charmant. Met dit veel te warme weer voor eind maart is de bloeiperiode slechts een aantal dagen. De zaaddozen zijn wat later ook heel aantrekkelijk.
De Corydalis solida of voorjaarshelmbloem of vogeltje-op-de-kruk is een dankbare vroege voorjaaarsbloeier voor wat zure, vochtige gronden waar hij zich goed uitzaait. Altijd weer een verrassing op welke plekken die nieuwe mooibladige polletjes verschijnen.
En dan het gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis) met de grijswitte vlekken op het blad. Dat is hier niet te zien, want ik wilde die verschillend gekleurde bloemetjes, zo kenmerkend voor deze plant, goed scherp in beeld hebben. Je kunt hier goed zien dat de jongste bloemetjes wat roodachtig starten en later verkleuren naar paarsachtig blauw.

woensdag 21 maart 2012

Grinden, gronden, zanden: verpotten.

Eens in de drie jaar ga ik, vlak vóór de knoppen zwellen, mijn "boompjes in pot" nieuwe grond geven. Weinige van die boompjes mogen de naam "bonsai" dragen, de meeste zijn potentiële bonsai's, potensai's dus. Een aantal kuipplanten en kamerplanten worden in dit verpottingsgebeuren meegenomen.
Voor deze operatie wordt de serre volledig met plastic afgedekt en alle grinden, gronden, zanden, enz. naar binnen gehaald.
De echtgenoot, die zich meestal graag met een boek in de serre terugtrekt, zoekt een goed heenkomen en ik ga aan de slag. Acht dagen duurde deze klus dit jaar en dan heb ik rond de 90 planten verpot.
Elk boompje wordt goed nagekeken; de wortels wat losser gehaald (met de achterkant van een oude pollepel) en iets ingekort met een schaar. Snoeien doe ik nu meestal niet, de plant krijgt zó al stress genoeg.
De (nieuwe) pot heeft altijd een afwateringsgat waar een potscherf of een stukje horregaas op wordt gelegd. Daarop een centimeterdik laagje grind voor een betere drainage.
We gaan uit van gewone potgrond, die neutraal tot lichtzuur is. Zuurminnende planten krijgen wat extra (tuin)turf; kalkminnaars een handje maërl (natuurlijke zeewierkalk = een langzaam werkende kalksoort). In de meeste gevallen meng ik één deel potgrond met één deel (voeg)split - korrelgrootte 1 - 3 mm -, dat goed afwatert en zorgt voor een betere beworteling. Grof, scherp zand kan eventueel het split vervangen.
Potgrond is tegenwoordig voorzien van een lange termijn-mest, zodat de mest in eerste instantie achterwege gelaten kan worden.
Hoe weet je nu wat voor grondsoort je boompje, kuipplant of kamerplant ambieert? Even googlen op  bijvoorbeeld "grondsoort malus" en je vindt die info wel.
En nu is de klus weer klaar en kunnen de boompjes in hun verse grond rustig gaan uitlopen. De serre is opgeruimd en de echtgenoot kan zijn plaats morgen weer innemen.


zondag 18 maart 2012

De kikkers zijn er weer!



Gelukkig: gisteren bij een getemperde zon de eerste kikkers in de vijver gezien. Vijf stuks, waarbij een tweetal in omhelzing. dat geeft goede hoop op nieuw jong kikkerleven na de winterslachting, die 12 exemplaren het leven kostte.
Wat aan deze kikkers opvalt is de grijze kleur. Het vorig jaar dacht ik dat het om de heikikker ging; het mannetje daarvan wordt blauwgrijs in de paartijd. Maar goed kijkend naar de kenmerken en wat nalezen op kikkersites, meen ik nu dat het hier toch gewoon gaat om de bruine kikker, waarvan het mannetje in de paartijd ook wat grijzig kan verkleuren.
Die liefdesgrepen zijn trouwens niet kinderachtig, meer wél dan niet wordt het vrouwtje mee naar de bodem getrokken, en daar blijft het stel zó lang zitten dat ik bang ben dat er ademnood ontstaat....

donderdag 15 maart 2012

Scilla siberica, een bescheiden bolgewasje.


Onverwacht kwam ik in een veronachtzaamd hoekje naast het rommelhok bovenstaand bescheiden, maar zeer mooi, intens blauw bolgewasje tegen: scilla siberica.
Uiteraard ooit geplant, maar weer vergeten.
Dit zou ik wel een "troostrijk" bloemetje willen noemen.
Trouwens, kán de natuur troost bieden wanneer je een groot persoonlijk verlies hebt geleden?
Ik kan me nóg herinneren dat de geur en de aanblik van een bloeiende mahonia bij mijzelf een aantal jaren geleden wel die uitwerking had.
De herfst en de winter lijken mij moeilijke seizoenen. Het voorjaar confronteert je met nieuw leven, met zon en licht. Maar die overweldigende groei en bloei kan ook zo contrasteren met je verdriet, dat je de aanblik nauwelijks kunt verdragen.
Ik weet het gewoon niet.
Misschien is bescheiden schoonheid de beste balsem voor de ziel.

vrijdag 9 maart 2012

Kijken wat er opkomt.




Er ligt genoeg werk te wachten in de tuin, maar ik wil wel een enigszins behaaglijke temperatuur daarbij, dus loop ik gewoon nog maar wat te kijken.
Eén van de liefste bezigheden van de tuinliefhebber in het vroege voorjaar: kijken wat er opkomt. Feest van herkenning, maar ook confrontatie met het grote vergeten: wat wás dat toch ook weer... dat prille blaadjespaar op deze plek? En dan sla je je tuinschrift open en dan had je dat destijds natuurlijk niet opgeschreven...
Elke dag weer nieuwe ontdekkingen en het gáát me toch snel.
Van boven naar beneden: de eerste blaadjes van de vrouwenmantel, het prille bloemknopje van het speenkruid, het eerste lieveheersbeestje; die dappere luizenbestrijder. En het gevlekte blad van de hondstand.
Maar geleidelijk gaat het kijken steeds meer gepaard met het laten wapperen van de handjes!

zondag 4 maart 2012

(Stoffelijke) resten.

                                    Herfstanemoon: zaaddotje

                                     Schildpadbloem (chelone)

                                     Betonie ( stachys off)
                                     hieronder al het nieuwe blad

Nu komen dié dagen, waarop de tuin  je roept: onweerstaanbaar! Naar buiten: kijken en beginnen met het opruimen van de oude (bloei)stengels van het vorige jaar. Ze worden op de meeste plekken met de heggeschaar van boven naar beneden in stukjes van zo'n 10 cm afgeknipt zodat ze ter plaatse als een mooie strooisellaag kunnen verteren. En waar dat om esthetische of andere redenen niet gewenst is, worden de stengels heel afgevoerd naar de takkenrillen aan de uiteinden van de tuin.
Toch eerst nog even gekeken naar sommige zaadresten, die toch wel heel mooi de winter hebben doorstaan. Zoals de "wattenprop" met minuscule zaadjes van de herfstanemoon. Nog nooit gezien.
En de lege zaaddoosjes van de schildpadbloem (chelone), zo subtiel. Hetzelfde geldt voor de betonie (stachys officinalis).
Al deze plantaardige stoffelijke resten vallen straks op de aarde. 

Maar verdrietig was ik bij het aantreffen van de stoffelijk resten van zeven kikkers. Een sterfte zoals zoveel medevijverbezitters  ook al meemaakten. Sommigen zaten in hun karakteristieke zithouding dood te wezen op een lager riggeltje in het water... Ondanks het pompje, waarvan ik denk dat de capaciteit te klein was om een goed wakje open te houden. Volgend jaar beter.
Gelukkig zag ik wel een salamander in het water zwemmen.

Maar, het leven gaat door, van de betonie zijn de nieuwe bladeren al weer zichtbaar.

vrijdag 2 maart 2012

Op het eerste gezicht 3: maart.


In "Op het eerste gezicht" tonen een aantal groenbloggers iedere maand vanuit éénzelfde gezichtspunt een deel van hun tuin. Leuk om de verschillen te zien in de loop van de seizoenen. Vorige maand hadden we een ijzige, lichtbesneeuwde tuin. Als je vergelijkt met januari valt op dat de tuin er veel groener uitzag.
Na de twee weken strenge vorst is veel verdord, hoe moet het ooit de groene weelde van de zomer worden? Als het dan ook zoals de laatste dagen mistig en grijs is, is de aanblik toch triest.
Het enige dat opvalt zijn bloeiende sneeuwklokjes rechtsonder op de tweede foto, de meesten staan buiten het bereik van de opname of zijn hier nauwelijks te zien. Maar deze sneeuwklokjes en geleidelijk op steeds meer plaatsen verschijnende krokussen vormen nu wel de vreugde van de tuinier :-)
Op de tweede foto zie je dat ik al begonnen ben de oude stengels weg te knippen. Zo geleidelijk aan komt de hele tuin aan de beurt. Met de heggenschaar worden alle stengels van boven naar beneden in kleine stukjes geknipt. Dit blijft dan ter plaatse liggen en vormt een strooisellaag op de grond die geleidelijk zal vergaan.
Ik verheug me nu al op de komende weken, waarin steeds meer uit de grond gaat spruiten en we struiken en bomen weer uit de knop zien komen.