maandag 29 oktober 2012

Voorbarig zaad.


Zaad is doorgaans overvloedig aanwezig. Want met veel heb je meer kans om te ontkiemen. Het meeste immers gaat verloren door vraat, rot of het neerkomen op verkeerde plaatsen.
Maar het kan ook voorbarig kiemen. Dat zien we soms na een natte periode wel bij zaad, dat nog op de plant aanwezig is. Hierboven zaailingen die zijn uitgekomen op de kaardebol. Ze zijn ten dode opgeschreven, mits de kaardebol tijdig afvalt op een plek, waar de worteltjes van de kiemplantjes de grond kunnen bereiken.
Omdat kaardebollen best bijzonder zijn, heb ik deze bol heel licht ingegraven op een zonnige en zandige plek.


En hierboven een paar kiempjes op de bloemresten van de reuzenscabiosa. Dat gaat niets worden. De droogte heeft de kiempjes inmiddels aangetast: “hardlopers zijn doodlopers” . Te vlug en te snel.
Veel verspilling bij zaad dus.

donderdag 25 oktober 2012

Waarom bloggen?


Vorige week dacht ik dat mijn 1-jarig blogjubileum aan het einde van deze maand zou vallen, maar ik blijk al in de eerste helft van oktober 2011 te zijn begonnen, evenals mijn medeblogger de Biodiverse tuin, die zich eerst ook niet van zijn jubileum bewust was.

Hoe kijk ik terug op een jaar bloggen?
Ik ben met Spinrag begonnen om mijzelf te stimuleren nog intenser te kijken naar de natuur, vooral naar planten en  héél dichtbij. Dus meest in mijn tuin die, minus bebouwing en verharding, zo'n 500 á 600 m2 groot is. En daar was al een aardige beplanting aanwezig toen we hier 16 jaar geleden kwamen. Grote bomen en hoge coniferen, die een wat lager gelegen tuin omzoomden. Voor mij iets heel bijzonders, waarvan ik vanaf het eerste moment enorm geniet.
En daar probeer ik een plantengemeenschap te creëren, die, eenmaal geplant, veel vrijheid krijgt om een eigen weg te zoeken. Uiteraard door mij begeleid. Verrassingen, zoals door vogels en wind aangebracht zaad, mag ontkiemen. We kijken later wel wat het is, en of het mag blijven.

Ik blog dus over datgene, waar ik het meest warm voor loop, waar ik me hogelijk voor interesseer en waar ik nooit genoeg van krijg: kijken en rommelen met planten.
En het blijkt ook zo te zijn: door het bloggen over tuin en planten ben ik nóg beter gaan kijken. Het vrijwel dagelijks met fototoestel de ronde doen verscherpt mijn blik. En steeds meer zie ik de schoonheid van wat daar op de grond allemaal gebeurt, ook wanneer je niet te veel ingrijpt.

Maar wat ik niet had voorzien is het plezier, dat ik beleef aan de medebloggers. Het lezen van interessante blogs, ook over de landsgrenzen heen, is buitengewoon leuk en stimulerend. Het vermeerdert mijn kennis en verruimt mijn blik. De reacties op mijn blog, het reageren bij anderen: het is leuk. Maar ook degenen, die lezen en niet reageren: ik waardeer ze als lezers.
Ik kijk dus met voldoening terug op het afgelopen jaar.
Wel merk ik, dat ik geneigd ben teveel tijd achter het beeldscherm door te brengen. Dat ding trekt als een magneet. Voor jullie vast héél herkenbaar. Hier past zelfbeheersing.
Bloggen over datgene, wat je het liefste doet, kan niet schelen wat, kan dus een sterke stimulans geven en brengt je in contact met geestverwanten.
Allen bedankt en we gaan door!

zaterdag 20 oktober 2012

Durf je de wilde wingerd aan?


Soms komt het voor dat een beeld maar niet van je netvlies wil afgaan. Het  blijft je bij en is voortdurend met gemak op te roepen.
In dit geval gaat het om een wilde wingerd, (Parthenocissus quinquefolia), in herfsttooi, die een grote pergola overdekt, beschenen door een felle zon na een regenbui. De donkere wolk vormt de achtergrond. De ervaring is overweldigend, en bij zinnen gekomen grijpen mensen dan naar hun fototoestel.
Deze prachtige pergola zagen we op het terrein van Lianne's siergrassen, een prominente grassenkweekster in de Wilp in Groningen, houdster van de Nederlandse plantencollectie van siergrassen.


Nu ging de vorige blog over de klimop als klimmer, die na een aantal jaren grote oppervlakken kan overdekken. 
Niét wintergroen, zoals de klimop, is de parthenocissus, ofwel de wilde wingerd. Maar zijn herfstkleur is onovertroffen en z'n klimkracht doet weinig voor de klimop onder. Al wordt gezegd, dat als beiden concurreren, de klimop het wint. En wanneer je hem op de noordkant van je huis of schuur plaatst, dan gedijt hij niet. En in de brandende volle zon wil hij zich minder goed aan de muur hechten.
Ook de wilde wingerd houdt zich met hechtworteltjes vast aan zijn ondergrond, maar de worteltjes zijn net kleine klauwtjes met zuignapjes, héél mooi.
Een huis in deze tijd van het jaar, royaal begroeid met de wilde wingerd: schitterend en wat een lef om dat toe te laten. Want enig onderhoud, zoals bij de klimop, is nodig. Je ramen en dakgoot vrijhouden en voorkomen, dat de uitlopers in gaatjes kruipen. Niet bang zijn op de ladder of daar een goede hovenier voor kunnen en willen charteren. Of gewoon romantisch de boel de boel laten...
Maar kijk maar eens bij kwekers en zoek naar variëteiten zoals Parthenocissus tricuspidata ‘Veitchii’ (met drielobbig blad) of Parthenocissus quinquefolia var. Engelmannii ( met vijfvingerig blad). Misschien mag hij zijn gang gaan op een schuurtje of een pergola.
Onweerstaanbaar.

maandag 15 oktober 2012

De klimop: bomenkalender nr.11.


Bij de periode van 30 september tot 27 oktober hoort op de Keltische bomenkalender de klimop (Hedera helix). En wéér roept het de vraag op, waarom de klimop op de bomenkalender terecht is gekomen. Een verklaring kan zijn de dikte van de stam en de grote hoogte.
De foto hieronder laat zien hoe dik de stammen van de klimop kunnen worden, wanneer je hem zijn gang laat gaan, hetzij klimmend tegen een boom of pergola op, hetzij tegen gaas of je huis.
Klimop is bij tuinliefhebbers doorgaans niet zo populair, vanwege de sterke groeikracht. Klimop zou je planten verstikken wanneer het over de grond kruipt en je bomen, wanneer ze er ver in omhoog groeien. En de voegen van je huis zouden er ook aan gaan, wanneer het zo charmant tegen je huis opkruipt.


Klimop houdt zich met korte luchtworteltjes vast aan de ondergrond. Het is geen parasiet die de wortels in zijn gastheer wurmt om deze van de levenssappen te beroven. Bij bomen kruipt de plant omhoog langs de stam. Ik lees op veel plaatsen: spiraalsgewijze ( helix is Grieks voor spiraal). Bij de bomen in of bij mijn tuin zie ik dat dus niet: de scheuten gaan recht omhoog de boom in. Omdat in de loop der jaren die scheuten zich tot meer dan polsdikke stammen kunnen ontwikkelen, kan je je voorstellen dat ze, wanneer ze spiraalsgewijze om de boom zouden gaan, deze zouden afknijpen.


Die klimop kan met gemak 30 meter hoog de boom in gaan. Een sterke boom zal daar geen moeite mee hebben, als maar niet zó veel licht door de klimopbladeren wordt weggenomen dat het boomblad zelf te kort komt.
De klimop biedt ook veel voordelen, de bloei in de late herfst trekt veel insecten aan en de dichte bebladering biedt veel vogels een schuil- en nestelplaats. De bessen, die in het vroege voorjaar rijp zijn, worden ook weer graag door vogels gegeten.

We begrijpen nu beter dat de klimop een plek op de bomenkalender heeft gekregen. De Kelten zagen in het hechten van de wortels aan een boom een symbool van trouw. Bij de eik zagen ze de klimop met deze boom verbonden als in een huwelijk. Het altijd groene associeerden ze met een eeuwig leven: het blad leeft een jaar of drie / vier en valt dan af, maar dan is er allang nieuw blad ontstaan, zodat de plant niet kaal wordt. En de plant kan wel 400 jaar oud worden.Het omhoogstrevende herinnert aan vooruitgang. En een omhulling van je woning met klimop geeft ook een zekere bescherming.

Niets romantischer dan een huis, volledig begroeid door klimop. Het bladerdak laat regen afstromen, zodat de muren droog blijven en werkt als een uitstekende isolatie. Schade aan de voegen valt erg mee, wanneer de voeg uit stevig cement bestaat. Dat is niet altijd het geval. Wanneer stengels zich in kieren weten te wringen en daar lekker dik gaan zitten worden, kunnen ze kozijnen en dakranden ontwrichten. Tja, romantisch, maar wellicht toch niet zo handig. Met mijn echtgenoot kwam ik tot een compromis: de klimop mag tot ongeveer anderhalve meter tegen het huis opgroeien, op die hoogte wordt ze geregeld getopt.
Wat je ziet als je een begroeid huis van klimop gaat ontdoen, zie je hier bij Boerenerf. De schade viel heel erg mee en de natuurlijke isolatie werd meteen gemist.

Klimop is in de tuin een krachtige bodembedekker, die heel hard kan gaan. Dat is niet altijd gewenst, maar kan ook van pas komen. Ik denk dan aan aan huizen in oude wijken, waar de bejaarde bewoners echt niet meer veel aan tuinonderhoud kunnen doen. Daar zie je vaak prachtige tuinen met volgroeide bomen en struiken, de grond volledig bedekt met klimop. Onderhoudsvrij dus.

Al zou ik maar een heel klein tuintje hebben en ik had een schaduwrijke plek: dan zou ik altijd de niet woekerende, getemde struikklimop ( Hedera arborescens) nemen. Die wordt hoogstens zo'n anderhalve meter hoog, heeft prachtig, glanzend ruitvormig blad en bloeit net als de gewone klimop in de late herfst.
Dat ruitvormige blad – in tegenstelling tot het welbekende handvormige – zie je ook bovenin de gewone volwassen klimop verschijnen. Als je van die uitlopers in de zomer een stek maakt, krijg je de niet-kruipende struikklimop. Stek je daarentegen uitlopers met het handvormige jeugdblad, dan krijg je de kruipvorm.
De struikklimop is ook bij de kweker te koop in een aantal variëteiten.

En het allermooiste van de klimop vind ik dat je in de loop van de oktober kunt genieten van de laatste vluchten van de bijen, die zich vóór de winter nog tegoed doen aan één van de allerlaatste nectarbronnen.




zondag 7 oktober 2012

Herfst: kleur en melancholie.


Nu komt de tijd waarin de herfst haar mooiste kleuren gaat tonen. Boom en plant trekken het bladgroen terug en het stervende blad toont paars, rood, oranje, geel en bruin voordat het verdroogd ter aarde valt en daar meehelpt de bodem te bedekken met het oog op de naderende winter, waarna het verteert en als humus de bodem verrijkt.


We kunnen enorm genieten van de prachtige kleuren. Bepaalde bomen doen extra hun best. Hier in de tuin blijft alles lang groen, maar een drietal kniehoge noorse esdoorns (Acer platanoides) in pot, opgekweekt uit zaad, dat vogels hadden verspreid, laten al een aantal weken een schitterende verkleuring zien. Eén van de esdoorns heeft wat donkerder groen blad dan de andere twee, deze verkleurt haast paarsachtig.


Overigens zijn deze noorse esdoorns doorgaans te groot voor een normale tuin.
Wanneer dat gouden, getemperde herfstzonlicht dan ook nog eens door het gekleurde blad heen schijnt, en wanneer je de typische herfstgeur opsnuift: dan kan een gevoel van geluk in je opkomen.
Maar ook een gevoel van weemoed, een lichte melancholie. Het definitieve einde van een groeiseizoen, de warmte voorbij, de tuinstoelen opgeruimd: de lange winterse periode komt er aan. Korte dagen, weinig licht.
Zou het gebrek aan licht zijn? Het zien sterven van blad en veel bovengrondse planten? Ook ik merk dat ik mijn gebruikelijke optimisme iets verder weg moet halen.
Als plantenfan kan je je hart natuurlijk ophalen door achter je computertje kwekers op te zoeken en hun zaad- en plantenlijsten door te nemen. Plannen te maken voor het volgende jaar. Je ziet het resultaat al weer voor je...
Dat doe ik natuurlijk volop.
Maar tóch, die lichte melancholie.


woensdag 3 oktober 2012

Op het eerste gezicht 10: oktober.


Hoog tijd voor een blik op de tuin op de eerste dag van de maand, zoals we met een aantal medebloggers al het hele jaar proberen vol te houden. Vergeleken met de vorige maand is er hierboven aan de westkant niet eens zo erg veel veranderd, de meeste bloei is voorbij en de uitgebloeide stengels tonen wat is geweest.
Je moet wel goed kijken om ergens een herfstkleur te ontdekken, deze tuin blijft altijd lang groen.
Begin september stond alles nog fier omhoog, de eerste herfststormen hebben al veel planten doen buigen. Je ziet hier het begin van de ineenstorting, die hoort bij dit seizoen. Zelfs ik voel opruimdrang, als ik bovenstaande foto bekijk. Maar dat doe ik alleen, als iets me écht gaat storen. Alles moet maar heel of half ter aarde storten: stengels, blad en bloemresten. Insekten en vogels en de grond zélf doen er hun voordeel mee. Opruimen gebeurt wel geleidelijk, wanneer nodig, in februari en maart.


Hier aan de noordkant hetzelfde verhaal, ook het begin van het ineenstorten. Wat nog prominent bloeit, zijn de witte pimpernellen, vandaar dat zij bij uitzondering een steunstokje hebben gekregen, om iets sterker te staan bij stevige wind.
De blote aarde links bij de heg gaat plaats bieden aan wat nieuwe planten, o.a. een eikenbladhortensia  (Hydrangea quercifolia), dat is een hortensia met groot, op eikenblad lijkend, blad, dat prachtig gaat verkleuren in de herfst.
En wie gemakkelijk wil terugscrollen naar vorige beelden van dezelfde twee plekken in de tuin, vindt het rijtje via deze link.