dinsdag 29 januari 2013

Meeliftend zaad.


Toen ik een weekje geleden in de trein zat, zag ik een klein dingetje voorbijzweven en landen op de achterkant van de stoel voor mij, vlak voor mijn neus. Een mugje? Ik keek eens beter: het was zonder twijfel een enkel zaadpluisje van de bosrank (clematis vitalba) uit mijn tuin. Die ochtend was ik met mijn muts op langs de overhangende zaadpluizen boven de tuinpoort geschampt, waarbij ik gratis nog een scheut sneeuw in mijn nek kreeg.
Een stel pluizen waren meegelift en besloten in de trein te gaan zweven.
En zo gaat het met zaden. De mooie clematis vitalba, één van onze weinige inheemse lianen met een ongelooflijke groeikracht, heeft clusters met zaden die langdurig mooi blijven. Zoals onderstaande foto toont, heeft elk afzonderlijk zaadje een soort vliegveertje, waarmee het de wijde wereld in kan zweven om een goede plek te vinden voor ontkieming. 


Mensen, dieren, vervoermiddelen kunnen zonder het te weten zaad met zich meevoeren. Dat is natuurlijk ook de bedoeling. Maar in deze wereld, waar veel internationaal transport is, komen ook zaden van elders mee van soorten, die zich in hun nieuwe omgeving niet alleen gaan vestigen (de zg. adventiefplanten) maar zich ook agressief gaan opstellen ten opzichte van de oorspronkelijke vegetatie door deze bij voorbeeld te overwoekeren. Dit noemen we de invasieve exoten (die naam geldt ook voor dieren en micro-organismen).
Bij onze plantenkeuze kunnen we deze soorten vermijden, en lijsten ervan vind je hier en hier.
Ik herinner me nog een aardig verhaal over de kleine teunisbloem, waarvan het zaad via de overslag van Amerikaans graan werd aangetroffen op de voormalige havenkade "het Pothoofd" in Deventer. Het synoniem pothoofdplanten voor adventiefplanten komt daarvandaan.
Het spreekt voor zich, dat havens hoog scoren bij de aanvoer van exotisch leven. Maar denk ook aan ons vogelzaad...
In het klein heb ik dus meegedaan aan de interregionale verspreiding van één van mijn meest ontembare lievelingsplanten. 

 

dinsdag 22 januari 2013

Sneeuw doezelt en sneeuw tekent...

judaspenning
Op sneeuw kunnen 's winters niet altijd rekenen, hoewel we de laatste winters wat dat betreft niet mogen klagen.
Hoewel sneeuw hinderlijk is en op vele manieren lastig vind ik het nog steeds één van de meest spannende en opwindende weersituaties. Als kind hoopte ik er altijd op dat we zouden insneeuwen en dat je daardoor niet naar school hoefde. Ouder geworden vind ik dat eigenlijk nog steeds zo, hoewel ik niet meer naar school hoef, en zelfs niet - optimale vrijheid ;-) - naar kantoor of werk.
Het is, denk ik, het gevoel dat de natuurlijke elementen in wezen tóch nog de baas zijn over ons, ook in onze verstedelijkte samenleving. En het ultieme is dan de intensieve, uren durende sneeuwjacht met felle oostenwind, die het hele leven lam legt. Het weer van de zwaarste Elfstedentocht ooit op 18 januari 1963.

Maar in werkelijkheid zijn deze, de samenleving ontwrichtende, weersomstandigheden natuurlijk helemaal niet zo leuk. Dus ga ik naar buiten en kijk ik naar de meer lieflijke kanten van de sneeuw, die alle rommelige plaatsen in de tuin verdoezelt met dat mooie verse laagje en onvermoed mooie, soms haast grafische beelden oplevert.


larix-bonsai
jonge den
takkenwal

zondag 20 januari 2013

Ringmussen bij de tuinvogeltelling.


Dit weekend was het in Nederland weer de nationale tuinvogeltelling. Een half uur lang vogels turven. Dus achter het raam zelf lekker warm naar de kleumende vogeltjes kijken bij de voedselsilo.

En ja hoor, van de groep ringmussen die zich meest luid kwetterend ophoudt in de bosjes van onze tuin, was het grootste deel paraat. Eigenlijk zijn ze niet te tellen, zó snel hippen ze heen en weer en jagen ze elkaar weg tijdens het voedsel vergaren. Ik ben erg blij met deze groep ringmussen, want ze staan wel op de rode lijst. 



Verder zit hier ook een groepje vinken, vergezeld van een aantal groenlingen. De groenlingen zijn niet zo fel geel als in de zomer. En kijk eens op de - achter het raam genomen - foto hieronder: de veertjes op zijn kop waaien een beetje op in de ijzige oostenwind, zodat het lijkt of hij een kuifje heeft.


Trouwens, de ringmussen (zie de eerste foto) hebben ook alle veertjes opgezet, om maar zo goed mogelijk hun lijfje warm te houden.

Op de grond zoekt een roodborstje bescheiden naar voedsel, liefst als de luidruchtige mussen en de ruziënde groep vinken even weg zijn. Het echtpaar merel trekt zich niet zo veel van de andere vogels aan, ze zoeken onverstoorbaar op de grond naar gevallen zaad.

Ik zag maar twee koolmezen, de rest liet zich, evenals de pimpelmezen, vandaag hier niet zien, ook niet op de mezenbollen. Ook het echtpaar boomklever heb ik al een paar weken niet gezien.

De brutale, maar hongerige bonte specht, die met geweld de mezenbollen in het houdertje stuk hakt, heeft zich vandaag ook niet vertoond.

Ik heb twee zaadsilo's, die elke dag volledig leeg worden gegeten. Er wordt wel ontzettend geknoeid, alsof een deel van het kleine zaad tweede keus is en eruit wordt gesmeten. Tweede keus voor de grondscharrelaars, die natuurlijk meer risico lopen vanwege eventueel de kou trotserende poezen.

Hieronder nog even mijn telling tegenover het totaal in onze gemeente in zuid-oost Friesland.


dinsdag 15 januari 2013

Helder winterweer, zon en blauwe lucht.


Licht, zon, blauwe lucht, prikkelende kou... Zo'n drie dagen hebben we er van kunnen genieten. Wat geeft dit een energie na al die zonloze, donkere weken. We hebben gewoon licht nodig, zoals veel levende wezens. Wellicht ook warmte, maar bij gebrek daaraan in het winterseizoen, kiezen we dan maar voor zonlicht!  
(Hierboven een frambozentakje en hieronder klimop in de boom.)


De kou moet ons natuurlijk niet de adem gaan benemen, en de sneeuw van vandaag lijkt het beetje, dat hier al een aantal dagen ligt, niet te gaan aanvullen
Maar, sorry voor diegenen, die zich bij vorst volledig in hun verwarmde schulp terugtrekken en dromen van tropische stranden: mijn echtgenoot is zo iemand en reken maar niet dat hij – in Friesland – in de verste verte ook maar aan schaatsen denkt... 
(Hieronder de bamboe.)


Zelf geniet ik van helder en zonnig winterweer.
Een rondje door de zonnige tuin van gisteren levert al gauw een paar opnames op, waar het licht doorheen speelt.

donderdag 10 januari 2013

Groene minibiotoopjes in huis: aquascaping.


Vormgeving met planten op kleine schaal is leuk voor mensen met géén of een kleine tuin, én voor hen die het gewoon niet kunnen laten.
Laatst besprak ik op deze blog het maken van kleine plantenminibiotoopjes in schalen en flessen. Een verslavende bezigheid.
Niet minder leuk is het vormgeven van kleine onderwaterbiotoopjes. Velen hebben vroeger een aquarium gehad. Ik ook. Maar ik wist niet dat in deze wereld ook nieuwe ontwikkelingen hebben plaatsgevonden.
Dat is de wereld van de z.g. nano-aquariums.

                                           
Dat zijn kleine ( vanaf zo'n 25 x 25 x 30cm) bakjes - zoals de mijne hierboven - met een uitgekiende en gebruiksvriendelijke techniek (filtertje en verlichting, ev. verwarming) waarin men een schitterend vormgegeven mini-onderwaterlandschapje gaat creëren. Dit noemt men aquascaping en dat kan natuurlijk ook op veel grotere schaal.
De laatste tien jaar is Aquascape een hele beweging geworden. Dé man op dit gebied is een Japanse fotograaf, Takashi Amano, die werkelijk adembebemende onderwaterlandschappen creëert. Hij let op de compositie van ondergrond, stenen en kienhout en zet daarbij betrekkelijk weinig soorten waterplanten. Zijn aquariums stralen op een Zen-achtige manier rust uit. De visjes, die hij toepast,  passen perfect in dit geheel.
In zijn bakken gebruikt hij als algenbestrijders dwerggarnaaltjes en sierslakjes.
Dwerggarnalen? Ik had er nog nooit van gehoord.

Hoe kwam ik hiermee in aanraking? Door mijn kleinzoon van zes, die ineens gegrepen werd door het fenomeen aquarium. Met zijn moeder, onze dochter, ging hij naar de dierenwinkel. Bij onze dochter werd toen ook een oude aquariumliefde geactiveerd en zo kwamen er daar twee aquaria.
Ikzelf heb de aanvechting om ook weer een bakje op te starten nog twee maanden tegen weten te houden. Maar, toen mijn dochter mij attent maakte op aquascape, zen-aquaria en Amano werd ik helemaal enthousiast.

Ik ben begonnen met twee betrekkelijk kleine bakken: 25 x 25 x 30 cm - bovenste twee foto's -  en 42 x 25 x 22,5 cm zie hieronder - , beiden bakjes met een perfecte techniek. 


Ik heb me uitvoerig ingelezen in de materie, want het opzetten van zo'n onderwaterwereldje is wel aan regels gebonden om kans van slagen te hebben.
Ik zocht online waterplantjes uit, die geen extreme eisen stelden qua lichtbehoefte en temperatuur. En na het inrichten moet je het aquarium zo'n 4 weken goed laten indraaien zonder levende diertjes. Veel goede tips zijn te krijgen via de forums op dit gebied op internet. In principe kost het onderhoud van een klein aquarium zo'n half uur per week: één derde water verversen en binnenruitjes poetsen.
Het kleinste aquarium draait nu twee maanden. Er zitten 10 “white pearl” garnaaltjes in - tweede foto hieronder - en twee appelslakjes, een tropisch slakje met wonderbaarlijk sierlijk dansende voelsprieten. 


Sommige visjes knabbelen graag daaraan, dus zulke slakjespesters moet je natuurlijk niet nemen. Het observeren van deze slakjes laat je steeds mee bewondering krijgen voor het fenomeen slak. Geregeld zit ik met de loupe naar deze beestjes te turen. En die garnaaltjes – de jongsten zijn niet groter dan een flinke mug – die ik eerst maar oninteressant vond, blijken ook grappige individu'tjes te zijn, die onderling een leuke interactie vertonen.


Ook hier heb ik mij beperkt tot één van de makkelijkste soorten. In het grotere bakje gaan daarom binnenkort rode vuurgarnaaltjes komen.
Er zijn tegenwoordig ook nieuwe soorten hele kleine visjes, variërend tussen de anderhalve tot 3 cm. Een goede keuze maken is hier moeilijker. Ik ben hierin wat terughoudend. Die kleintjes stellen toch wel zo hun eisen, het water moet soms net wat zuurder, of juist wat kalkrijker dan je hebt. Of ze gedijen toch écht met wat meer zwemruimte, en in een ander geval eten ze je jonge garnaaltjes op of ze pesten je slakjes. Tja, zo valt er veel uit te zoeken op de lange winteravonden...

Maar wat een genoegen om geregeld even in de makkelijke stoel bij het aquarium neer te strijken om in het groene miniwereldje te turen. Ik zit zowaar eens langer gewoon rustig op een stoel!
En wat een feest voor kinderen, én leerzaam, om samen met vader of moeder samen zo'n bakje te onderhouden.

maandag 7 januari 2013

Op het eerste gezicht. Januari 2013.


Daar moest ik toch wel even over nadenken, of ik dit jaar het project  “Op het eerste gezicht”  zou gaan vervolgen: het maandelijks fotograferen van één stukje tuin vanaf steeds hetzelfde standpunt. De mooie post van “de biodiverse tuin” over SLOW DOWN trok me over de streep. In deze post vind je meteen meer informatie over dit project van het vorige jaar, waar een aantal tuinbloggers aan meededen.

Wat is er relaxter dan maandelijks even stilstaan bij hetzelfde stuk van je tuin, waardoor je na een jaar een goed overzicht krijgt van de veranderingen, die daar door de seizoenen heen optreden. Het schept ook een zeker ritme in de blogonderwerpen, en ook dat geeft een zekere rust.

Ik heb nu gekozen voor een redelijk fotogenieke plek, die ik het eerst zie, als ik 's morgens door het raam van onze bijkeuken naar buiten kijk. En de favoriete plek om in de zomer te zitten met een glaasje wijn – o, was die tijd er maar weer... De plek, waar ik geliefde bonsaiboompjes te pronk zet buiten de wintertijd.
De plek waar een aantal stenen van vulkanische oorsprong – tijdens vakanties verzameld – liggen, die op een spannende manier met mossen begroeid raken.
Een lievelingsplekje dus.

Voor de aandachtige beschouwer van het vorige jaar: op de foto, die steeds bovenaan staat zie je iets boven middenrechts het terrasje, vanwaar ik nu naar middenlinksachter fotografeer.