Op dit moment is het de hoogstvitale witte bosrank, die dominerend aanwezig is langs de noord en de zuidzijde van de tuin. Hij heet dan ook niet voor niets Clematis vitalba, ik beschreef hem al eerder. Eenmaal aangeslagen laat deze inheemse liaan zijn kracht zien: hij kan écht hele bomen en gebouwen aan.
Hier is hij in een minstens vijf meter
hoge laurierkers (Prunus
laurocerasus) gekropen, die hij nu voor een deel versiert met fijne
witte, licht zoetgeurende bloemetjes en op parels lijkende knopjes.
En
in het najaar en de winter blijft deze versiering intact door de
glanzende zaadpluizen.
![]() |
het witte rechtsboven: Clematis vitalba |
In
een wat grotere, natuurlijke tuin is hij op zijn plaats, wanneer je
denkt, zijn vitaliteit aan te kunnen. Het is immers een bosrank.
Punt
van aandacht is ook dat hij echte lianen maakt, die een
doorsnede van wel 10 cm kunnen bereiken, dat zal dan na 15 tot 20 jaar
zijn. Als zo'n liaan zich tussen je dakpannen gaat wringen, ben je
niet blij.
![]() |
haast 5 cm dikke lianen |
Na
een jaar of tien zijn de dikste lianen hier haast 5 cm dik. In de
laurierkers kan hij niet zoveel kwaad en ik vind het wel bijzonder
een echte liaan te kunnen huisvesten. Een eveneens bij de prunussen
geplante hop, die ook al lianen kan vormen, blijft hier een beetje
kwijnen.
Opmerkelijk
blijft, dat men spreekt over de kalkbehoefte van de Clematis vitalba.
Wij tuinieren op zurige veengrond...
Aan
de zuidkant van de tuin overgroeit een tweede exemplaar de pergola.
Mooi, maar achteraf had ik daar beter een wat rustiger klimmer kunnen
neerzetten, want ik moet, om onze doortocht te kunnen waarborgen, in
het groeiseizoen wel elke week met de snoeischaar bij hem langs.
Wanneer
de bosrank je echt boven het hoofd is gegroeid, is er een eenvoudige
oplossing: de hoofdtakken bij de grond doorknippen. Wat je te pakken
krijgt van de omhooggegroeide lianen kan je proberen weg te trekken.
Maar ik zou er de voorkeur aan geven deze door weer en wind te laten
opruimen ;-)
Ik
las nog dat de bosrank in het Engels ook wel "Old man's beard"
wordt genoemd: ik moet dan denken aan de massa zaadpluizen in de
winter.
![]() |
zaadpluizen in november vorig jaar |
Dat
hij ook wel "Travellers Joy"wordt genoemd, kan ik, wanneer
ik me verplaats in rugzakreizigers door ruige bossen, slechts
ironisch opvatten. Zelf ben ik ook al eens haast in zo'n liaankabeltje blijven hangen...