Nu het grootste gedeelte van het blad is gevallen, zien we in bos en tuin de mooiste natuurlijke tapijten. (hierboven: beukenblad)
De dikke lagen gevallen bladeren of
naalden zijn niet alleen heerlijk om overheen te lopen, maar zijn ook
de manier van de natuur om overwinterende planten in de grond te
helpen overleven. Het is een natuurlijke bescherming, een isolerende
laag.
Bladblazers en -stofzuigers, de
lawaaierige apparaten die vaak door stoere mannen al dan niet met
oordoppen bediend worden, zijn daarom slechts nuttig waar een
gladderige smurrie dreigt te ontstaan op paden en wegen én op
grasvelden, waar het gras verstikt kan worden.
Voor het overige: koesteren, die
natuurlijke bescherming, die langzaam gaat verteren, veel kleine
organismen het leven geeft, die de restanten weer omzetten in
voedingstoffen voor je planten. (hieronder: metasequoia naaldjes)
Aardig om te weten is, dat deze
natuurlijke tapijten altijd al een inspiratiebron zijn geweest voor
ontwerpers van vloerkleden. Wij mensen voelen ons kennelijk thuis bij
de kleuren, die we ook van nature op de aardbodem aantreffen.
Zandkleuren, bruinen, groenen. (hieronder: fluweelhortensiablad)
En groen schijnt een kleur te zijn die
mensen rustig maakt. We associëren het kennelijk met de kalmerende
invloed van het mostapijt en een bos.
Ik vergeet nooit de opmerking van een
directeur van een grote welzijnsinstelling, die op zijn kamer
mosgroen tapijt had liggen. Hij zei dat hij van zichzelf wist dat hij
een gevoelig vegetatief zenuwstelsel had: vandaar deze kleur.