In onze tuin hebben we twee
Metasequoia's. De Metasequoia glyptostroboides ofwel watercypres is een bomensoort, waarvan men tot de jaren veertig van de vorige
eeuw nog dacht, dat hij al lang was uitgestorven. Hij was alleen als
fossiel bekend. Tót een houtvester in een afgelegen streek in Zuid
China drie exemplaren van een bijzondere, bladverliezende naaldboom
vond: na onderzoek bleek dat de Metasequoia te zijn. Bij een
expeditie in 1945 bleken er in dit gebied nog meer van deze bomen te
zijn.
De sindsdien in de handel zijnde
Metasequoia's zijn allen ontstaan uit zaad van deze bomen.
De boom behorende tot de cypresfamilie
en heeft zeer spannende en bekende familieleden: de Redwoods uit
Californië en Oregon, de reuzensequoia's of mammoetbomen en de
moerascypres
(Taxodium).
De Metasequoia is absoluut niet
geschikt voor een kleine tuin, hij kan in vrij korte tijd behoorlijk
hoog worden – uiteindelijk wel 25 meter – en ook breed. Een
mooie boom heeft vochthoudende grond nodig, vormt een prachtige
piramidevormige kroon met zachte, heldergroene naaldjes op takjes,
die schitterend verkleuren in de herfst en daarna met de takjes
worden afgeworpen.
Ook in de zomer is de boom nooit echt
massief, er blijft een zekere transparantie in de kroon.
Zowel door zijn voorgeschiedenis als
door zijn uiterlijk koester ik al heel lang grote sympathie voor deze
boom. Vrij snel nadat we hier 17 jaar geleden zijn komen wonen hebben
we aan de noordzijde van het huis een jonge metasequoia aangeplant,
die nu al naar de tien meter neigt.
Zeven jaar geleden viel aan de westkant
van het huis tijdens een storm een grote spar om, die door de
brandweer moest worden omgezaagd omdat hij het huis bedreigde.
Hiervoor in de plaats is ook weer een Metasequoia gekomen, mede door
zijn transparantie. Deze is inmiddels al even groot als de oudere.
Omdat wij een veenpakket als ondergrond
hebben, is de grond voldoende vochthoudend voor deze bomen.
Het is aardig hoe de vorm van een boom
uiteindelijk toch bepaald gaat worden door invloeden van buiten. De
boom aan de noordkant valt op door de schitterende, stoere,
doorleefde stam met dikke aderen.
De vorm van de kroon is niet mooi
conisch: de top van de boom is afgestorven tijdens de strenge vorst
met extreme sneeuwval begin maart 2005. De onderste takken zijn
daardoor breder geworden en het lijkt of de stam zijn kracht niet
kwijt kon en daardoor die stoere basis ontwikkelde.
Maar een boom zal altijd proberen een
nieuwe top aan te maken en als je goed kijkt naar de onderstaande
foto zie je dat ook gebeuren, er zijn concurrerende toppen, maar één
lijkt het te gaan winnen. De boom kan nu weer de hoogte in.
De boom aan de westkant, op de foto hieronder, staat wat
beschutter, houdt langer de herfstkleur en heeft een prachtige vorm.
De groei zit meer in de hoogte dan in de breedte en dat komt wel goed
uit.
De bomen zitten nog schaars in wat mooi
gekleurd gebladerte, maar gaan weldra uitgekleed in winterrust.
Al hebben de meeste mensen geen
mogelijkheid deze boom een plek te geven: de laatste jaren hebben
veel gemeenten ze aangeplant. Je kunt ze dus tegenkomen en zo tóch
genieten van de aanblik van deze bijzondere boom, door het hele jaar
heen.