In het begin van het voorjaar heb ik nog een vijver. Dan zie ik nog water.
Maar al gauw gaat de
beplanting het water overgroeien: aanvankelijk het waterdrieblad, dan
de watermunt. Nog later gaan de oeverplanten overkruipen. De
kattenstaart en vooral de stengels van de Polygonum amplexicaulis,
die bloeien vanaf juli tot de eerste nachtvorsten, gaan royaal
overhangen.
In augustus vormen
deze bloeiwijzen samen met de bloeiende watermunt een aantrekkelijk
geheel.
Door de vroege twee
stormen, die we al hadden, was de beplanting al flink ingestort: het
was een rommeltje. (hieronder nog voor de storm)
Na de eerste
nachtvorst gaan de stengels toch wel een trieste, bruine massa
worden, die langzaam in het water gaat verteren. Dat kan wel eens
teveel worden in een betrekkelijk kleine vijver van 2 bij 3 meter.
Al een jaar of drie
vond ik het eigenlijk nodig daar in oktober wat aan te gaan doen.
Zoals in heel Nederland in oktober de waterlopen worden schoongemaakt
(“gehekkeld” zeggen we hier in Friesland) . Dat gebeurt in
oktober omdat dan het waterleven het minst verstoord wordt.
Maar ja, ik stelde
het maar uit, omdat ik meende dat het toch wel een hele grote klus
zou zijn. Hoe kreeg ik al die planten netjes uit het water, zonder
schade aan het vijverrubber aan te brengen? Zaten de planten niet erg
vast en moest ik daar erg veel kracht voor gebruiken?
Door de mooie weer
van de afgelopen week besloot ik het aan te pakken.
Laarsen aan, hark
met botte punten en de heggenschaar. Goed anti tekenspray aanbrengen
op mijzelf.
Ik knipte eerst de
sterk overhangende begroeiing langs de randen van de vijver af. Ik
kon toen de stengels zonder veel moeite uit het water halen. Daarna
ging ik met de hark de drijvende planten te lijf. Het bleken enorme
plakkaten watermunt te zijn, die zich gemakkelijk lieten verwijderen.
Een deel van het
overheersende waterdrieblad ging er ook uit. En toen bleek de vijver
al heel aardig opgeschoond. Na een klein uur was ik nota bene klaar!
En tegen die klus
had ik minstens drie jaar opgezien. Tja.
Een paar dikke
kikkers zwommen wat verontrust rond.
Ik zag weer een
vijver, maar wél kaalslag.
En ik was zeer
tevreden.