Al gedurende een
paar weken is in onze tuin het knikkend parelgras ( Melica nutans)
een innemende verschijning in de dubbele zin van het woord.
Het is een
schitterend grasje, de bloeiwijze is als pareltjes, die lijken te
sidderen bij een beetje wind.
De bloeiende
stengeltjes maken een bijzonder sierlijk, buigend gebaar. Het grasje
combineert in onze tuin erg mooi met de cypreswolfsmelk ( Euphorbia
cyparissias), ik heb deze combinatie niet zelf bedacht: het is zo
gekomen.
Tot vorig jaar
wiedde ik zowel het parelgras als de uitlopers van de wolfsmelk op
deze plek weg; beide planten kunnen zich flink uitbreiden met
ondergrondse uitlopers. Maar het werd duidelijk dat de
cypreswolfsmelk én het grasje vonden dat ze op dit plekje
thuishoorden. En tot mijn verrassing heb ik dit jaar een
topcombinatie.
Ook op andere
plaatsen in de tuin heeft het knikkend parelgras zich uitgezaaid, óók
op plaatsen waar ik dat nu niet zo waarderen kan. De wolfsmelk kent
hier toch veel meer zijn plaats.
En dat is dan het
enige nadeel van dit gras: het heeft woekerneigingen, het neemt met
graagte delen tuin in, het is hier op een aantal plaatsen té
innemend.
Dat gaat via uitzaai
en via ondergrondse uitlopertjes.
Het is met meer
planten zo: in hun massaliteit schuilt een grote esthetische waarde,
daarnaast kan de massaliteit ook probleempjes geven. En dat zijn dan
slechts problemen voor de tuinier, want die zal dan willen gaan
wieden. En wieden is werken en de echte liefhebber van een wildere
tuin beperkt dit soort arbeid tot het uiterste.
Ten aanzien van dit
aardige grasje ben ik dus duidelijk ambivalent.
Met de sierlijk over
de paadjes overhangende aartjes roept het bij mij bovendien nog een
ongewenste fantasie op: op elke halmpje zit een teekje op mij te
wachten.
Dit is geen onzin, want ik heb gisteren al weer het vierde
teekje van dit seizoen uit mijn vel moeten plukken. En waar houden
deze beestjes zich w.s. voornamelijk op? Op de grashalmpjes.
Dus pak
ik regelmatig de heggenschaar om de paadjes van overhangende grasjes
en andere uitlopers te ontdoen.
Tja. Er is voor de
ontmoedigde liefhebber wellicht een alternatief. Kwekers bieden het
neefje van dit grasje aan: het inheemse eenbloemige parelgras, de
Melica uniflora. Dit gras vormt meer pollen en de parelachtige
bloeiwijze is veel bescheidener:
Hier beneden: een grashalm van het knikkend parelgras (boven) en daaronder die van het eenbloemig parelgras:
Knikkend parelgras:
Eenbloemig parelgras:
De eenbloemige is dus een wat stijver gras en de
mooie sierlijke buiging van de aren ontbreekt. Dit gras zaait zich
hier niet uit en er zijn geen uitlopers.
Dan kies ik tóch
liever voor de stoutere neefje, de schitterend bloeiende knikkende
“nutans”, die zo bijzonder mooi het avondlicht kan vangen.