De laatste weken hebben we veel in de
bossen op de Veluwe gewandeld. En daar zijn wilde dieren.
Om ze te zien moet je 's morgens heel
vroeg je bed uit of 's avonds in de schemering een geschikte plek
opzoeken. We waren te lui daarvoor, maar wat we wel zagen waren de
sporen van wilde zwijnen, die in de nachtelijke uren aan het wroeten
waren geweest om wat eetbaars te vinden.
Dat is niet een béétje wroeten, maar
dat mag je haast ploegen noemen. De bosgrond wordt tot op de blote
aarde omgewoeld, het ziet er uit als een ravage. Toch geeft deze
activiteit zaden de gelegenheid te kiemen op de losgewoelde grond,
waardoor een grotere biodiversiteit ontstaat.
Maar omwonende boeren en tuineigenaren
zijn niet zo blij met de wroeters.
Het grote omploegen zagen we trouwens
ook in de middenbermen van doorgaande wegen. Dat betekent dat het
rijden op deze wegen in nacht en schemering niet zonder risico op
aanrijdingen is.
Het is dus wel voorstelbaar, dat een
relatief té grote zwijnenpopulatie een té grote belasting vormt
voor een te klein oppervlak. In gebieden op en rond de Veluwe was dat
een paar jaar geleden het geval. Er vind dan afschot plaats.
Dat kan je betreuren, maar wilde
varkens kunnen zich behoorlijk snel voortplanten en hebben nauwelijks
natuurlijke vijanden.
Als je in het bos loopt hoef je
trouwens niet bang te zijn voor deze dieren. Ze zullen mensen mijden
en zijn hoogstens agressief als ze jongen hebben en zich bedreigd
voelen. Dat is vanaf februari tot in de zomer.
 |
De foto van het wilde zwijn hierboven
is niet in de afgelopen weken gemaakt, maar al een aantal jaren
eerder in een groot bospark in de Eiffel. |
Ik heb trouwens een zwak voor varkens.
De varkens, waar we karbonaadjes van maken, zijn gedomesticeerde
verre nakomelingen van de wilde zwijnen. Van oudsher heeft
genenuitwisseling plaatsgevonden tussen de verwante dieren.
Varkens zijn intelligenter dan we
denken en willen weten. Ze behoren – samen met de kippen
wellicht – tot de meest tot louter voedingsproduct gereduceerde
dieren in de westerse wereld. Als we die grote veewagens passeren,
volgestouwd met varkens, met de wroetsnoetjes snuivend uit de
luchtgaten voel ik me onbehaaglijk, hoewel ik vegetariër ben.
Ik heb jaren lang vergeefs
hangbuikzwijntjes op mijn verlanglijstje gezet, die vind ik gewoon
hartveroverend. Maar dan heb je natuurlijk een landje nodig en niet
een iets groter uitgevallen tuin, zoals wij hebben. De
biodiversiteit, die deze omwoelers hier zouden aanbrengen: ik denk
dat ik daar niet blij mee zou zijn...
Maar mocht je een goede natuurlijke
ploeg nodig hebben: lease een paar zwijnen.