Als groot liefhebber van de wilde tuin
moet ik er niet aan denken dat ik mijn laatste jaren oud en
krakkemikkig op een klein appartementje zal moeten slijten met in het
beste geval nog een klein minibalkonnetje.
Mocht dat onverhoopt ooit toch het
geval zijn, dan kan ik altijd mijn piepkleine wilde minibiotoopjes
meenemen, die ik al jaren koester.
Iedereen, die in het bezit is van een
klein balkonnetje of een piepklein tuintje, kan zo nog stukjes natuur
bij zich houden.
Bovenaan een begroeid stukje rots op
een schaal. Ideaal hiervoor zijn brokken tufsteen, een soort poreus
vulkanisch gesteente.
Wat doe je aan onderhoud bij deze
biotoopjes: ik doe niets. Ik zorg dat ze niet permanent in de volle
zon staan, halfschaduw of schaduw is prima. Verder zijn ze aan weer
en wind blootgesteld, de plek moet wel regen kunnen opvangen. Zo
niet, dan moet je zelf zo nu en dan begieten.
Uiteraard kan je zelf proberen een
mosje toe te voegen, maar de praktijk leert dat, wat zich uit
zichzelf vestigt, het beste gedijt. Wanneer zich ongewenste, te grote
plantjes mochten vestigen, dan kun je die natuurlijk voorzichtig
verwijderen.
Ik
laat er hieronder er een aantal zien, de meesten zijn al
minstens 5 jaar oud.
Deze bak heeft een afwateringsgat, er
is wat potgrond in gedaan en de rots is gaandeweg begroeid en
vergeleken bij oktober 2011 en januari 2012 is er wel iets veranderd.
Een kleine boompje vóór de rots heeft het niet gered.
De bak hieronder bestaat uit een
afgedankte glazen pannendeksel. Er zit een gat in, hij watert dus af.
Ook deze bak heb ik in oktober 2011 en januari 2012 al eens laten
zien.
Hieronder weer een heel leuk biotoopje
op tufsteen met minstens drie mossoorten.
En dan nog een zelfgegoten betonnen
bakje zonder afwatering.
En tot slot: 's nachts verlies je
natuurlijk de controle over de gebeurtenissen in dit soort bakjes.