zaterdag 29 juni 2013
woensdag 26 juni 2013
Luzula nivea: een sterk, witbloeiend siergras.
Er zijn siergrassen, die heel dicht bij
de wilde vorm staan, en één ervan is de witbloeiende veldbies:
Luzula nivea. Het gras vormt pollen met fijne, heldergroene sprieten,
die wintergroen zijn.
Het zaait zich met mate uit en vormt
geen uitlopers. Het is een heel aardig gras, vooral door de mooie
witte pluimpjes, waarmee het in mei / juni bloeit.
Daarna zijn de
zaadpluimpjes nog lang decoratief.
Ook op moeilijke plaatsen gedijt dit
gras: droge, zwaarbeschaduwde plaatsen, maar ook op wat vochtige
plekken in de volle zon. Het gras komt volledig tot zijn recht als
het een paar jaren staat, waardoor de pol wat groter is geworden. Als je er
een plaatsje voor uitzoekt en je geeft hem wat de ruimte, kan je
mooie, spontane effecten creëren samen met andere beplanting.
Het gras behoort samen met het iets
minder gemakkelijke vedergras ( Stipa tenuissima) tot mijn favoriete
grassoorten.
zaterdag 22 juni 2013
De langste dag en de kortste nacht: feest.
Nu we de kortste nacht gepasseerd
zijn...
een nacht, die natuurmensen geacht worden dansend en zingend door te brengen met vreugdevuren, zonder ook maar aan slapen
te denken...
Een nacht, waarin ik toch maar het bed
heb opgezocht aangezien de temperatuur niet uitnodigde tot buiten
springen...
De zonnewende, waarin we de langste dag
en de kortste nacht gehad hebben en de dagen weer haast onmerkbaar
gaan korten. We merken het nauwelijks want we treden nu officieel de
zomermaanden binnen. Daar gaan we van genieten en we hopen op wat
stabiel warm weer. Want zo'n uitschieter van krap een dag , zoals we
de vorige week hadden, tja... dat is eigenlijk een beetje geplaag van
de weergoden om ons te laten voelen hoe zomer ook al weer voelt. Om
het ons daarna weer meteen af te pakken.
Maar ik ga een rondje maken in de tuin.
Van donker naar licht.
Zo wild mogelijk, want ik hou van wild
in de tuin. Het kan me haast niet wild genoeg zijn. Want dan lijkt
het op natuur. Dan kan ik me verbeelden dat ik me in de wilde natuur
bevind.
Aan een bosrand,
en dan weer in een bloemengebiedje.
Daarvoor
hoef ik dan mijn tuin niet uit. In het klein heb ik die spannende
wilde natuur dan toch een beetje om mij heen. Een tuin moet me een
beetje overweldigen, ik moet me er klein in voelen. De natuur is
groter dan ikzelf. Ik mag daar wel zijn, maar de natuur speelt een
hoofdrol. En ik stuur een beetje bij, maar ik heb het niet helemaal
in de hand. En dat gevoel zoek ik in mijn tuin. En in deze maanden
schenkt de natuur in mijn tuin mij dat gevoel ruimschoots.
Dit gevoel had ik dus de afgelopen
nacht willen vieren.
zaterdag 15 juni 2013
Uit de windselen.
Elk jaar weer verbaast deze mooie
looksoort, de Nectaroscordum siculum subsp.
bulgaricum,
mij weer door
de manier waarop de uit meerdere klokjes bestaande bloem zich
langzaam van haar windselen ontdoet. Het is haast een geboorteproces.
Deze looksoort werd vroeger tot de
alliums gerekend, maar heeft nu een aparte naam gekregen.
De bollen worden in het najaar geplant
en komen daarna jaren terug, ze zaaien zich in onze tuin zelfs uit.
Het is een weinig kieskeurige plant voor zon, halfschaduw en niet té
droge grond.
Deze ook wel Bulgaarse ui genoemde
plant komt van nature voor in Zuid-Europa en het Midden Oosten. De
kleur van de hangende klokjes is zeer bijzonder, paarsachtig met
groen. Ze bevatten veel nectar en trekken zo insecten aan. Op dit moment staan de planten hier in volle bloei.
Als ze uitgebloeid zijn, ontwikkelen
zich zaaddoosjes, een soort torentjes, die weer rechtop staan.
Er bestaan
nog een paar soorten Nectaroscordum waarvan een witte soort - Allium
siculum
ssp. disoscoridis
(syn. Nectaroscordum
meliophilum) op mijn
wensenlijstje staat. Deze soort heb ik bij gespecialiseerde kwekers
nog niet kunnen vinden.
Omdat
deze uisoort zo mooi, bijzonder én gemakkelijk is, behoort hij tot
mijn favorieten en mag hij op de blog.
donderdag 6 juni 2013
Een wilde en een gecultiveerde akelei.
Akeleien zijn zeer welkome, gemakkelijke en zichzelf uitzaaiende planten in zon en halfschaduw. Ze zijn ook niet ál te kritisch ten aanzien van de standplaats. Maar van origine zijn het planten van de bosrand.
Lang geleden heb ik wat zaad meegenomen
van de wilde, blauw tot donkerpaars gekleurde akelei (Aquilegia vulgaris) uit een bos uit Zuid
Limburg - zie hieronder. Eens gezaaid, blijft hij altijd terugkomen.
Als er andere
variëteiten en kleuren in en rond je tuin staan, zullen ze kruisen,
zodat je allerlei variaties kunt aantreffen. Een hele mooie is de
dubbele Aquilegia 'Nora Barlow' (hieronder), een gekweekte soort. Maar wél een,
die sterk is, goed terugkomt en zich zelfs uitzaait. En dat is bij
cultuurvormen ook wel eens anders.
In een wat wildere tuin of in tuinen
met wat minder sturing, kunnen akeleien voor hele aardige effecten
zorgen. In onze westelijke tuin staan ze tussen lievevrouwenbedstro, oranje schijnpapavertjes en achteraan een fluitenkruidplant.
maandag 3 juni 2013
Op het eerste gezicht: juni 2013.
Dit zal wel haast de mooiste "op
het eerste gezicht" zijn van het hele tuinseizoen. Elke maand
een foto van hetzelfde plekje. ( zie hier voor meer deelnemers).
De vorige keer was het terrasje een
feestje voor de kleinkinderen, nu is het mijn eigen speelplaatsje
weer. Een klein deel van mijn bonsai's is te pronk gezet, en - ik kan
het niet laten - een soort minivijvertje is ingericht in de witte
bak. Vandaar dat ik de camera nog maar even iets naar rechts heb
laten gaan.
Maar we gaan natuurlijk ook even iets naar links met de camera, want daar staat de gewone rhododendron schitterend in bloei.
Iets meer naar rechts staat ook nog een tweede, kleinere.
Het is haast de mooiste tijd in de
tuin. Na de lange, verlengde winter en het kille voorjaar is nu
eindelijk het genieten weer aangebroken. En de weersvooruitzichten
zijn ook lang niet slecht!
Abonneren op:
Posts (Atom)