maandag 30 november 2020

November had nog kleur.

 

Op zonnige dagen kon je de afgelopen dagen nog genieten van mooi oplichtende herfsttinten.

Een wandeling door onze tuin leverde zo nog een aantal mooie plaatjes op.

Morgen, 1 december begint de meteorologische winter en pas vanaf 1 maart mogen we weer van voorjaar spreken.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik tegen de winter op zie. Het gebrek aan fysiek contact met familie en vrienden, de voortdurende beperking die je jezelf moet opleggen ter wille van je gezondheid: zou er in het begin van de lente uitzicht zijn op soelaas?

Velen zullen zich die vraag stellen. Ikzelf – behorend tot de risicogroep – zal in elk geval niet aarzelen om me te laten vaccineren.

De bijwerkingen van niet vaccineren lijken me mogelijk groter.

Maar nu de blik gericht op de schoonheid van de late herfst.

Hoe mooi kleuren de resten van het St. Janskruid tegen de uitgebloeide stengels van het koninginnenkruid: 

 

En als solitair het prachtige siergras Molinia aurundinacea “Transparent”: 

 

De metershoge laurierkers wordt overdekt met de decoratieve zaadpluizen van de wilde clematis, de Clematis vitalba: 

 

De larix, die anderhalf jaar geleden te groot werd voor zijn pot, heb ik de vrije hand gegeven in de grond. Niet eens beseffend, dat ik de mooie herfstverkleuring vanuit het keukenraam zou kunnen zien: 

 


Bij de sloot had ik vorig voorjaar een aantal beukjes geplant als haagje (ook al uit pot, het waren zaailingen van de grote rode beuk voor het huis): 

 

En tenslotte de in het voorjaar gezaaide palmkool in potten. Eindelijk is het blad mooi gaaf, nu de slakken in winterrust zijn gegaan. Ik heb een stuk of vijf exemplaren, waarvan ik de komende tijd selectief wat blad kan gaan plukken voor een lekkere stamppot: