dinsdag 23 augustus 2016

Het hoekje vóór de Macleaya’s.


Het stukje tuin vóór de Macleaya’s is op dit moment erg mooi. In september 2014 heb ik wat planten toegevoegd: een paar bleekrose Persicaria’s ( Persicaria amplexicaulis “Pink Mist”) en een aantal Physostegia’s (scharnierbloem). Deze planten moesten het geheel levendiger maken.

Persicaria amplexicaulis “Pink Mist”

Physostegia
Er stonden al een paar uitgezaaide kattenstaarten, waar ik altijd erg blij mee ben.


kattenstaart
Verder twee soorten witte Phloxen: een vroegbloeiende (juli) en een laterbloeiende (augustus).
Deze zijn wel érg wit, waardoor ik wat ambivalent tegenover ze sta. Maar het zijn wel oersterke, schimmelvrije soorten, die heerlijk geuren, dus handhaaf ik ze.
Dan staat er nog een groep witte Eupatorium (koninginnekruid of leverkruid), die veel insecten aantrekt (zie hieronder).




Van de Persicaria’s heb ik destijds slechts twee exemplaren aangeschaft, wetend, dat ze zich snel zouden vermeerderen, wanneer ze zich thuis zouden voelen. En ja: het wordt al een leuk groepje.
De mix, die hier is ontstaan, spreekt me aan. De planten zijn dit jaar ook flink hoog geworden door de vele regen.
De Macleaya’s hebben op de achtergrond in de loop van de jaren een stabiel groepje gevormd, met als buren links wat varens (zie allereerste foto).
Men waarschuwt altijd voor de prachtige Macleaya’s (pluimpapavers), die wel 2 meter hoog kunnen worden. Ze kunnen woekeren. Ze woekeren hier absoluut niet. Ze hebben wellicht wortelconcurrentie van de bodembedekkende klimop en de varenburen. Op deze manier hebben we ook daar een mooie biotoop gekregen: de varens en de Macleaya’s gaan plat in de winter, maar dan is er nog de klimop.


bloeiende Macleaya

Iedere tuinier zal het herkennen: je bent steeds aan het kijken of een stukje tuin je bevalt. Zijn er nog verbeteringen mogelijk? Soms kan een kleine wijziging een grote lift-up geven.

Nu is het zaak om goed te kijken en eventueel in september wat te verplanten: je herkent de planten nog goed, de grond is nog warm en meestal vochtig, zodat de planten nog vóór de winter goed zijn aangeslagen.

zondag 7 augustus 2016

Jakobstuin: wát een tuin!


Afgelopen week bezochten we de bijzondere Jakobstuin in Jistrum ( Noord Friesland). Alle foto's in deze blog tonen deze tuin.

het "blonde"gras is Nasella (oude naam Stipa) tenuissima

De tuin is ontstaan nadat de eigenaar, Jaap de Vries, jaren geleden gegrepen werd door het tuinvirus tijdens een bezoek aan de toenmalige tuin van Ton ter Linden in Ruinen.
Jaap ging zich verdiepen in de tuinopvattingen van de z.g. Dutch Wave, een Nederlandse beweging die een natuurlijk ogende beplanting voorstond met sterke planten, die door de seizoenen heen interessant blijven. Siergrassen gingen hierin een belangrijke rol spelen.
In mijn post over de jongste tuin van Ton ter Linden, die inmiddels niet meer toegankelijk is voor publiek, schrijf ik hier wat meer over.


Nasella (oude naam Stipa) tenuissima en Pennisetum "Karley Rose"
Toen Jaap begon met de aanleg van de Jakobstuin in 2009 heeft hij zich voornamelijk laten leiden door Piet Oudolf en de prairietuinen. Piet Oudolf heeft een aantal boeken geschreven, waarin hij zijn ideeën uiteenzet en veel aanwijzingen geeft.
Zelf heb ik erg veel geleerd van het boek, dat hij met Noël Kingsbury schreef: “Ontwerpen met planten”.
Veel beplantingsschema's vind je in hun boek: “Plannen en planten”.

De tuin omvat zo’n 3000 m2 en maakt deel uit van een groter terrein van 1,5 ha, waarop huis met (moes)tuin, weide én een Bed & Breakfast, “de Coulisse”.
Wanneer een bezoek aan Noord Friesland wat ver is, zou een overnachting ter plaatse een hele aparte ervaring zijn: je kunt de tuin op alle momenten van de dag zien. Voor de zomermaanden dien je wel tijdig te reserveren.

De tuin is een echte zomer- en nazomertuin, zoals de meeste prairieachtige tuinen dat zijn. In juli, augustus en september is de tuin voor publiek toegankelijk op donderdag van 11.00 tot 17.00 uur.

Stipa ichu, Stipa tenuissima,  Pennisetum "Karley Rose" en Allium sphaerocephalon

Jaap maakt zelf wondermooie sfeerfoto’s in zijn tuin. Hij zet deze op de website en op facebook.
Zijn tuin trekt inmiddels ook internationaal de aandacht.



De tuin beantwoordde volledig aan mijn hooggespannen verwachtingen. Wat een mooie composities van planten en grassen! Tere tinten van grassen gecombineerd met subtiele kleurige planten en zo nu en dan een stevig accent van geel, rood, oranje, diepblauw of paars om het levendig en spannend te houden.


In feite heeft hij eerst een serie graspaden uitgezet, ook om zichtlijnen te creëren. Daarbinnen vormde hij grotere en kleinere vakken, waarbinnen de planten werden gezet. Hij wilde over de beplanting kunnen uitkijken, echte hoge planten staan daarom aan de zijkanten van de tuin.


Aardig vond ik nog, dat je hier ook leert, hoe je binnen een kleinere tuin ook een prairie-achtige situatie kunt aanleggen: laat je inspireren door zijn kleinere vakken. Wel vraagt zo’n tuin steeds een zonnige ligging.


De website van de Jakobstuin vind je hier.
Een uitgebreid artikel over de Jakobstuin vind je hier.

Meer prachtige, toegankelijke tuinen, die volgens dezelfde principes zijn vormgegeven:


De prairietuin achter de kwekerij van Lianne’s Siergrassen te Wilp (Gr)

De zeer grote tuin achter kwekerij Jacobs te Vriescheloo (oost Groningen)

En op mijn “nog te bezoeken” lijst staat de twee jaar oude door Piet Oudolf aangelegde Vlinderhof in het Utrechtse Maximapark.



woensdag 3 augustus 2016

Hoogzomer in de tuin.


Hoewel de zomer op het hoogtepunt is, merken we daar niks van. Regen, bewolkte luchten en te lage temperaturen. Ik hoef zelfs mijn potplanten nauwelijks water te geven, soms moet ik ze redden van té veel water. Slakken hebben hun jubeljaar.
Maar zo nu en dan hebben we dan toch één of twee dagen écht zomer, zodat we niet vergeten hoe dat voelt.

In de tuin trekken de planten zich daar niet veel van aan. Het groen is overweldigend, de wat meer waterminnende soorten hebben het dubbel naar de zin: kijk maar eens naar de hortensia’s in je omgeving.
Geregeld moet ik mijn smalle paadjes vrijknippen van overhangend gebladerte, je zou anders niet meer weten waar die paadjes zijn.
Het is in de tuin wel erg mooi. Dat diepe groen, samen met op sommige plaatsen een royale bloei. De bloemtrossen van de Buddleja zijn nog nooit zo zwaar geweest, en ik zie tot mijn geluk heel veel dagpauwogen, een enkele atalanta, wat koolwitjes en citroentjes.
Op de kruising tussen twee paadjes staat een hangende zegge (Carex pendula). Die vind ik zo bijzonder, de bloeistengels gaan wel tot manshoogte.


Onder de hangende zegge staan wat gemengde geraniums.


Mijn favoriete grassoort, het vedergras (Stipa tenuissima) kan zo mooi de zonnestralen opvangen. Ondanks de regen houdt het zich goed.


Op de terrassen eronder rommelt de mooie en sterke Geranium sanguineum var. Striatum wat op het mosveldje.


Nog geen veertien dagen geleden kwamen de nog in knop zijnde bloemstengels van de Astilbe chinensis var. taquetii “Purpurlanze” in beeld. 


Een sterke Astilbe, die iets meer droogte verdraagt dan de andere soorten, De kleur is prachtig, maar van een hele grote, ononderbroken groep zou je misschien qua kleur overspoeld raken. De kleur moet wat “geblust” worden door andere planten ernaast, wat groen ofzo.
Dit geldt eigenlijk voor de meeste Astilbes. De wat bescheidener kleuren, roze, lila, wit hebben dat wat minder dan de felle roden en hardrose soorten; die laatsten hebben niet mijn voorkeur.
Maar wat een schitterend paars hebben die Purpurlansen de afgelopen week weer laten zien:


Door plensregens is een andere groep wel een beetje omgevallen. Misschien moet ik daar volgend voorjaar wat steunhout tussen zetten.