vrijdag 10 juli 2020

Oud is mijn vlinderstruik, maar nog lang niet dood.



In november 2014 schreef ik over mijn oude vlinderstruik (Buddleja davidii) , waarvan het onderstel volledig vermolmd en verrot was. Ik was ervan overtuigd dat ik deze minstens 15 jaar oude struik moest opgeven.
In het voorjaar van 2015 bleken er toch nog levende takken om de dode stobbe heen te staan, en onze hovenier raadde aan deze met beleid te snoeien om de struik nog een kans te geven.
En die kans nám deze vlinderstruik; kijk eens op de foto’s bovenaan en hieronder – nu 5 ½ jaar later – wát een pracht en praal. Minstens 20 jaar oud is deze vlinderstruik nu.



Krachtige nieuwe takken rondom de dode stobbe ( zie hieronder) vormden een grote, vitale struik van minstens drie meter hoog. 


Snoeien doe ik deze nauwelijks meer, de laatste drie jaar helemaal niet. Ook de uitgebloeide bloemen bleven gewoon zitten.
Na de stormcrashes van 2018 en 2019 in de tuin heb ik een soort snoeitrauma opgelopen, zodat ik zaag en snoeimes slechts met grote terughoudendheid hanteer.

Diepe snoei van een struik of boom, zeker als deze wat ouder is, brengt altijd een stevige verwonding toe en samen met ongunstige omstandigheden( vroege of late vorst, droogte) kan het de genadeklap zijn. Zo heb ik een mooie, rijkbloeiende oude boerenjasmijn verloren en mijn dierbare Metasequoia aan de noordkant van het huis. Aan de laatste zal ik nog eens een blog wijden.

Misschien komen de (veelal overdreven) snoeiadviezen voor struiken en bomen door het feit, dat de meeste tuinen betrekkelijk klein zijn, en men daarom struiken en bomen klein wil houden.
Bij de vlinderstruik wordt gezegd, dat de bloemen kleiner gaan worden, als je niet snoeit.
Bij mijn ongeveer 20 jaar oude struik lijken de bloemen nu wel groter dan ooit.


Hetzelfde geldt voor een zes jaar oud jonger exemplaar, een zaailing: 


Ook deze heb ik minimaal gesnoeid. Je ziet dan de weelde van de vlinderstruik, zoals je ze in de Pyreneeën tegenkomt: zo zijn vlinderstruiken kennelijk bedoeld!


Maar de vlinders: waar zijn ze dit jaar? Ik zie slechts een stuk of drie koolwitjes, op weg naar mijn palmkool en mijn eeuwig moes. Als de zon schijnt een zelfde hoeveelheid atalanta’s.
Bedroevend weinig vlinders, vorig jaar waren er meer. ( zie N.B. onderaan)
Wat is er aan de hand? Ons dorp ligt tussen bouwland en hooiland in, waarop geregeld vloeibare mest uit de gierkelders vanuit tankwagens wordt verspreid. Zou dat een reden zijn?
Gelukkig is de insectenrijkdom in de tuin vrij groot. Als het zonnig weer is zoemt er van alles om je heen aan bijtjes, hommels, zweefvliegen, sluipwespen, juffertjes enz.

Hopelijk doet de vlinderstruik toch spoedig zijn naam weer eer aan: de zomer is nog niet voorbij.

N.B. Een dag later ging de zon weer schijnen, waarna minstens 20 vlinders door de tuin dartelden: veel atalanta's, dagpauwogen, koolwitjes, een enkele gehakkelde aurelia en een blauwtje.  Met andere woorden: vlinders houden niet van bewolkt weer met wind en regen en dat kon ik weten ;-)