dinsdag 18 april 2017

Planten in en rond onze vijver.


Het is een groot genoegen als in het voorjaar het plantenleven in en rond de vijver weer tot leven komt. Onze vijver wordt behoorlijk aan zichzelf overgelaten; je zou kunnen zeggen dat hij langzaam aan het verlanden is, zodat de moerasvegetatie zal gaan overheersen. Ik maak daar geen probleem van, ook dit is een interessant proces om te volgen.
Op dit moment zijn het vooral de dotterbloemen die domineren. Wat zijn het toch een vrolijke, gele bloemen!


Linksonder op de foto hierboven komt de watermunt royaal op, en rechtsboven het blad van de gele lis en de moearasspirea.

In het water zie je de uitlopers van het waterdrieblad. Deze plant voelt zich in deze vijver erg thuis en vormt decoratieve stengels:


Aan de rand van de vijver enkele kievitsbloemen, ik wilde wel dat ik er meer van had.


Aan speenkruid heb ik niet tekort. Hele velden vol vrolijke gele bloemetjes.
Ik bestrijd ze niet, ze verdwijnen na een paar weken vanzelf. De ondergrondse knolletjes, de knoedeltjes, “speentjes”, blijven in de grond zitten tot het volgende jaar en hinderen de andere vaste planten niet.



De meeste van de bovenstaande foto’s zijn gemaakt vanuit het terrasje bij de vijver, vanwaar ik geregeld rustig de vijver zit te bestuderen:


woensdag 5 april 2017

Drie vroegbloeiende wolfsmelksoorten.


Tot de zeer vroege bloeiers behoren ook een aantal Euphorbia’s ofwel wolfsmelksoorten.
Ze heten zo, omdat het melkwitte sap, dat ze bij beschadiging afscheiden, irriterend is voor de huid. Zoveel mogelijk afblijven dus, anders handschoenen aandoen en oppassen voor de ogen.
Ik heb drie soorten in de tuin. De grootste en meest imposante is de Euphorbia characias subsp. wulfenii, geschikt voor drogere, zonnige plaatsen. Ik heb hem aan de voorkant van het huis op het zuiden gezet. Hij is schitterend met het blauwgrijze blad en de gele bloemen, die nu volop staan te pronken.


De plant komt goed door de winter, ik heb geen vorstschade gezien. Hij is wintergroen en ik vind hem ook in herfst en winter prachtig.


Iets meer naar het pad toe heb ik een lagere soort neergezet, met even mooi, compacte, blauwgroen blad, de eveneens zonminnende kruipende wolfsmelk, Euphorbia myrsinites. Ook deze bloeit op dit moment erg mooi.


Met wat keien, gecombineerd met siergrassen kun je met deze twee planten op een beperkt stukje grond een heel aardige, subtropisch aandoende combinatie maken.
Aan de westkant van het huis heb ik op een iets minder zonnig plekje al jaren lang de cipreswolfsmelk, de Euphorbia cyparissias “fens ruby”. Deze komt schitterend met donkerrode minicipresachtige stengels uit de grond en gaat straks ook royaal, maar fijntjes geel bloeien.


Nette tuinierders hebben een hekel aan deze plant omdat de wortels zich ondergronds met uitlopers verspreiden, waardoor je op allerlei plaatsen nieuwe planten ziet komen.


Ik trek me er niet zoveel van aan. Soms wied ik wel eens wat weg, maar het spul is zo charmant, dat ik het meestal tolereer. 
De eerste twee genoemde soorten zijn overigens veel bescheidener met uitbreiden.

Er zijn nog meer soorten, die door de gespecialiseerde kwekers worden aangeboden. Voor de liefhebber is daar altijd een geschikte soort te vinden.