woensdag 20 februari 2019

Krokussen: mijn mooiste en de sterkste.



Niet eerder heb ik zo intensief van de krokussen kunnen genieten als in de afgelopen week van dit jaar. Zittend op mijn tuinkrukje, laag bij de grond kon ik de schoonheid van mijn mooiste soorten eens goed tot me laten doordringen.

Vorig najaar kwam ik in de catalogus ( Nijssen bulbs) een paar onweerstaanbaar mooie soorten tegen, en één ervan is Crocus fleischeri. Fijne, stervormige blaadjes, met een feloranje in drieën gesplitste stijl. Het is een vroegbloeiende soort, eind januari kunnen de eerste bloemen al verschijnen. Pas vandaag (20 februari) zie ik dat ze verwelken. Hieronder een selectie van de fleischeri:





Gelukkig, de insecten vertonen zich weer: 



Ook zeer vroegbloeiend krokusje is de Crocus imperati subsp.imperati “de Jager”. Deze vertoonde de bloeiknoppen al tijdens de sneeuwval van 24 januari. De schoonheid zit hem in de typisch gestreepte buitenblaadjes:




Deze prachtige crocusjes hebben mogelijk één nadeel: ze zijn niet zo sterk en ze breiden zich minder goed uit. De komende jaren zullen we dat afwachten.
Ik heb wel vaker mooie soortjes aangeschaft, die geleidelijk verdwenen.

Redelijk sterk is de Crocus chrysanthus “Prins Claus”. Deze liep hier toch langzaam in aantal terug. Maar ik heb er weer wat van aangeschaft:



De soorten, die je nooit teleur zullen stellen, die altijd weer terugkomen en zich steeds meer uitbreiden en zich uitzaaien is de Crocus tommasinianus en selecties ervan. Dat zijn de zo genoemde boerenkrokussen die behoren tot de Stinzenplanten.


Hierboven zie je de lichter gekleurde Crocus tommasinianus en de wat donkerder Crocus tommasinianus “Ruby Giant”.  
Ruby Giant:


De genoemde soorten zijn allemaal kleinbloemige soorten.
Ik heb ook wel wat grootbloemige soorten (Crocus vernus) maar die komen wat later in bloei, zijn sterk, maar zaaien zich hier niet uit.

Overigens realiseer ik me hoe vreemd het is om midden februari met een voorjaarsgevoel in de tuin te zitten bij deze hoge temperaturen – hier zo’n 14 graden. Het was / is genieten, maar toch bizar.