maandag 27 april 2015

Creëren van rijk bodemleven in potten: geïnspireerd door de "Hügelkultur".


In 2015 wordt wereldwijd de aandacht gevestigd op het belang van een gezonde bodem voor het verbouwen van zo gezond mogelijke voedselgewassen. (Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO): 2015 the International Year of Soils) 
 
Ook in onze eigen (moes)tuinen is het van belang om de gezondheid en vitaliteit van onze planten te bevorderen door de grond te verzorgen en te koesteren in plaats van voortdurend te verstoren en met overbemesting en bespuitingen het bodemleven te vernietigen.
In een bodem, die zo min mogelijk geplet en bewerkt wordt en op natuurlijke wijze bedekt blijft, ontstaat een rijk bodemleven, dat bestaat uit ongelooflijk veel wormen, bacteriën, schimmels en talloze andere micro-organismen. Al deze organismen werken samen om voedingsstoffen, afweerstoffen en signaalstoffen te produceren om de planten te beschermen en te voeden. De micro-biologie ontdekt steeds meer wat zich allemaal voor belangrijke processen afspelen in een gezonde bodem. Er is hierover een in het Nederlands vertaald fascinerend boek uitgekomen, dat ik met grote interesse heb zitten lezen: Jeff Lowenfels en Wayne Lewis: Het Bodemvoedselweb – Alle kleine beestjes helpen.

 
Aangestoken door deze informatie heb ik mijn oude klassiekers over mulchen (Ruth Stout: Tuinieren zonder spitten, zonder wieden , kunstmest of gif) en composteren ( Alwin Seifert: Tuinieren zonder gif) weer eens doorgelezen.

Nu tuinier ik al vanaf de jaren '70 op een bodemsparende manier, maar ik kreeg zin in een nieuw project, waarbij ik een verwante methode ontdekte van een zeer boeiende man, Sepp Holzer. genaamd: permacultuur / Hügelkultur.
De bedoeling is, dat je voor vele jaren een vruchtbare en gezonde bodem creëert, door een bepaalde opbouw van lagen van langzaam composteerbaar materiaal.
Hij begon zelf met al wat vermolmde boomstammen en takken op hopen / rijen op te stapelen, daaroverheen wat dunner takkenmateriaal, snoeihout, oud blad. Daaroverheen graszoden met het gras naar beneden, waardoor wat stevigheid ontstond. Dit bedekte hij met een mulchlaag, waarin geplant en gezaaid werd.
Er ontstonden zo heuvels met aan beide zijden een verschillend microklimaat. Het langzaam verterende materiaal binnenin zorgde voor warmte en er ontstond een levendig microbiologisch systeem van allerlei organismen dat in lengte van jaren voedingstoffen produceert. Zoals dat op natuurlijke wijze ook in bosbodems plaats vindt.

Het principe hoeft niet op heuvels te worden toegepast, het kan ook in een kuil of in gleuven, waarin je dezelfde opbouw maakt. Of in wat aangepaste vorm in grote potten of bakken.
En dat laatste is mijn project geworden.

Hieronder laat ik stapsgewijs zien hoe ik de potten heb gevuld.. Voor meer info in beeldende vorm verwijs ik naar mijn Pinterest-bord.
( Je kunt laagsgewijze je eigen opbouw maken, als je het principe maar snapt)

Nodig:
- grote bakken met goede afwatering (flinke gaten!)
- wat grote stenen, potscherven voor de drainage
- halfverteerde, al wat vermolmde stronken, dikke takken (niet vers en levend)
- fijner materiaal: snoeihout, oud blad
- handje kalk
- grove compost, liefst van eigen makelij
- goede, natuurlijke potgrond
- mulchmateriaal: droog blad, droog gras, hooi enz.

de werkplek: links en rechtsvoor de potten /teil die gevuld gaan worden
 
stenen, scherven e.d. onderin voor de afwatering
 
hout, dat al aan het verteren is toevoegen
 
snoeiafval, kleinere takjes er boven op aanbrengen
 
wat maerlkalk toevoegen
 
oud blad erop
laag grove compost aanbrengen
 
de zaak goed inwateren: kletsnat laten worden, zodat het water de pot uitloopt
 
ik heb nog een laag goede, fijne potgrond aangebracht
 
een mulchlaag aanbrengen van voorhanden zijnd materiaal
 
als je zaait of plant duw je de mulch wat opzij, zodat het zaad licht krijgt
Ik verwacht er veel van. Het kan niet anders of ik zal de komende tijd supergrond krijgen en mijn kleine eenvoudige moestuinprojectjes (snijbiet, snijsla e.d.) zullen hopelijk meer kans van slagen krijgen :-)
In de toekomst zal ik geregeld verslag uitbrengen van de gang van zaken in deze potten.

dinsdag 21 april 2015

"Elfje" voor Tomte.


Tomte
met krulletjes
oortjes met pluimpjes
zat liefst op schoot
voorbij


Tomte is op drie maanden na 18 jaar geworden.


(Een elfje is een speciale dichtvorm voor een klein gedichtje, dat bestaat uit 11 woorden, verdeeld over 5 regels.)

woensdag 15 april 2015

Voorjaarshelmbloem: plant van de maand april.


Het is best moeilijk een plant van de maand te kiezen. Er is zoveel moois dat een beetje apart is en dan zijn er ook nog de - niet minder leuke - "gewone voorjaarsplanten", die iedereen wel kent.
Apart en niet bij iedereen bekend zijn hondstand, longkruid...
Maar ik ga kiezen voor de voorjaarshelmbloem: Corydalis solida, een niet meer dan 15 cm hoog plantje, met mooi gevormde, wat blauwgrijsgroene blaadjes en karakteristieke lichtpaarsrose bloemetjes, die wel wat hebben van een "vogeltje-op-de-kruk": een andere naam van het plantje.


Het plantje is door mijn man meer dan 15 jaar geleden meegenomen uit de tuin van zijn ouders. Het heeft zich hier moeiteloos gevestigd en zaait zich gaandeweg steeds verder uit door de hele tuin heen.


 Ik heb hier wat zurige, venige grond, maar ook op de zandige, arme grond in de voortuin zie ik zaalingen verschijnen.
 Het is een bescheiden bolgewasje, dat behoort tot de stinsenplanten (bolgewasjes, die al tientallen jaren rond oude landhuizen, pastorieën enz. voorkomen). Je kunt in het najaar bolletjes bestellen en planten. De bolletjes blijven in de grond zitten, na de bloei verdwijnt het bovengrondse deel en in het volgende voorjaar zie je het mooie blad al weer verschijnen. Zowel zon als halfschaduw wordt goed verdragen. 


Je zou het plantje kunnen verwarren met de holwortel. Maar de holwortel, Corydalis cava (de bolletjes zijn inderdaad hol) is groter en wat grover.

En nu gaat de tuin mij roepen. Vandaag wordt een haast zomerse dag verwacht. Dat wordt de hele dag buiten scharrelen en allerlei klusjes doen.

Dat was de laatste week ook al het geval: gemiddeld heel redelijk weer, dat onweerstaanbaar lokt om de tuin in te gaan. En, wanneer je dan 's avonds tevreden nog wat redelijk intelligent leesvoer tot je wilt nemen, merk je dat je hersens zelfs de reclamefolders niet meer vatten.
Laat stáán dat je dan nog wat zinnigs kunt gaan schrijven over je favoriete plant van de maand ...
Maar we stellen Natuurlijk-Rijk natuurlijk niet teleur, die hier de maandfavorieten van een aantal tuinbloggers verzamelt.

maandag 6 april 2015

Mijn rode Camellia rehabiliteert zich.


Na 10 jaar heb ik eindelijk zo'n twintig, meest gave, prachtige bloemen in mijn rode camellia.
Met deze plant heb ik eigenlijk een haat-liefde verhouding.
Ik heb hem 10 jaar geleden gekregen in een pot. Ik plantte hem op een plek, waar hij redelijk veel zon kreeg. Dat had tot gevolg dat het blad lelijk werd en dat de weinige knoppen nauwelijks open gingen. Dat was dus een foute plek.
Daarbij kwam dat ik de dieprode kleur als een storend element tussen de subtiele kleuren in de vroege voorjaarstuin zag.


Tja, wat doe je dan. Planten wegdoen gaat tegen mijn principes in, dus verplantte ik hem na twee jaar kwijnen, waarbij ik nog eens goed naar zijn wensen keek. De Camellia komt uit hooggelegen gebieden in Oost-Azië, waar een hoge luchtvochtigheid heerst. Hij vraagt een losse, met blad bedekte, humusrijke grond.
Felle zon wordt niet goed verdragen.
In de buurtuinen staan Camellia's op het oosten. Ze krijgen langdurig ochtendzon, maar ook de koude, uitdrogende oostenwind. Ze zitten vol knoppen, maar het blad ziet er niet zo mooi uit en de bloemen raken snel gesmet langs de randen.
Ik verplantte de Camellia destijds naar de struikenrand aan de westkant van de tuin tussen de hoge Aucuba japonica en de Rhododendron.

links de Aucuba jap. en rechts de Rhododenron
Daar krijgt hij eigenlijk alleen de vroege ochtendzon, en de grond is er luchtig en zuur, en mesten doe ik niet.
Hij kreeg er geleidelijk aan prachtig, glanzend, diepgroen blad. Maar de bloei van de inmiddels manshoge plant bleef zeer bescheiden: één tot drie bloemen.
Vorig jaar las ik ergens dat de plant, om te kunnen bloeien, in het vroege voorjaar veel licht nodig heeft. Ik zag dat takken van de Aucuba hem te veel in de schaduw hadden gezet. Ik heb deze takken weggesnoeid en ik zorgde er vanaf dat moment voor dat de Camellia goed in het licht bleef staan.
Dit jaar word ik beloond met een rijke bloei.


Met de prachtige, dieprode kleur heb ik me inmiddels verzoend: op deze plek stoort het niet, het geeft zelfs een dankbare "pep" in het vroege, kille voorjaar.