vrijdag 31 januari 2014

Maandelijks hetzelfde kleine stukje tuin gespot: februari.


Het is deze winter een zeldzaamheid: sneeuw, vorst, ijskoude oostelijke wind. We hebben het in het Noorden van Nederland een kleine week gehad, en het koudst was het in Noord-Oost Groningen.
Hier in Zuid-Oost Friesland heeft slechts op zondagnacht een klein laagje sneeuw gelegen. Woensdag was het ijzig koud, maar donderdag en vrijdag nam de oostenwind wat af en werden we verwend met zonnig winterweer met de temperatuur nét iets boven het vriespunt overdag.
En als we de lange termijnverwachting mogen geloven, zien we veertien dagen vooruit geen spoor van de winter terug, sterker nog, de temperatuur gaat boven de 10 graden komen.
Reden temeer om de zeldzame winterse omstandigheden 2013 / 2014 van de afgelopen dagen toch op deze blog te vermelden.
Daarom heb ik het kleine stukje tuin, dat ik begin januari introduceerde, vanmorgen onder ijskoude condities gefotografeerd. Ik heb één dagje gesmokkeld.
Als je het stukje vergelijkt met de vorige opname, zie je de kilte in de samentrekkende blaadjes van de geranium linksboven.
Kleine ijskristalletjes vormen zich op de bladhaartjes van de papaver, die letterlijk geen krimp geeft en zich kranig weert. Hieronder deze papaver in het muisjesperspectief; ik heb de camera iets lager gehouden vgl. met de opname van een maand terug.


Maar wat kleumt de Aucuba japonica op de foto hieronder. Die blaadjes hadden écht niet meer gerekend op zo'n kou.


En de vijver, die zit ook even dicht.


Maar toch lijkt het erop, dat ik mijn deze week van de schrik gekochte – écht warme – winterjas, weer in de kast kan hangen.


donderdag 23 januari 2014

Mossen (1): in je tuin .


Mossen zijn echte oerplantjes want ze bestonden al toen er nog geen paardenstaarten en varens waren. En deze kleine plantjes, die in dit jaargetijde goed zichtbaar zijn, blijven mij boeien.
Mos is bij de gemiddelde tuinier niet populair , het is er om bestreden te worden, want "het overgroeit je gazon en verstikt je plantjes". Tja, dat je een grasmonocultuur, wat een gazon in feite is, vrij wilt houden van al het andere is begrijpelijk, maar oriënteer je dan liefst naar milieuvriendelijke oplossingen en grijp niet zo maar naar bestrijdingsmiddelen. En als je boeiende ontwikkelingen op gang wilt brengen in je grasmat, kijk dan eens op deze blogpost van de biodiverse tuin..

Verstikt mos je planten? Misschien dat bij het opkomen van zaden van gevoelige planten elk ander storend plantje ongewenst is. Maar normaal gesproken vormt mos nauwelijks een bedreiging wanneer je al stevig verankerde planten in je tuin hebt met een sterk wortelgestel.
Sterker nog, mossen beschermen de grond tegen erosie en uitdroging, en scheppen ook nog eens een goed microklimaat, waardoor allerlei zaden kunnen ontkiemen en kleine insecten kunnen gedijen.
Het is aardig om op een aantal plekken in je tuin het mos te tolereren en zich te laten ontwikkelen. Gewoon voor je genoegen, om te kunnen volgen waar welk mosplantje zich vestigt en hoe het zich gaat ontwikkelen. Je zult meer soorten tegenkomen dan je dacht.
In onze tuin heb ik op een aantal plekken mos, dat de grond flink bedekt. Maar de planten op die plekken zijn al jarenlang goed beworteld en sterk. Het mos doet ze niets. 


Kijk op de foto hierboven maar hoe het plakkaat haakmos er nu uitziet en hieronder hoe het afgelopen zomer was.


Er komen in Nederland zo'n 600 soorten voor, variërend van zeer algemene tot zeer bijzondere. Mossen, en vooral de bijzondere, zijn indicatoren voor een zuivere atmosfeer en gedijen niet bij overbemesting.
Het is lastige materie, want zelfs een gevorderde “moskijker” kan soms met het blote oog niet meer dan een 20 soorten met zekerheid determineren. Deze mensen hebben altijd loupjes aan een touwtje om hun nek en bij twijfel nemen ze kleine stukjes mee om onder de microscoop te bestuderen.
Als beginner vind ik het wel een uitdaging om te proberen de soorten in mijn tuin op naam te brengen. Het is nu een goede tijd om ze te bekijken. Als ze verdroogd zijn in het zomerseizoen zijn ze nauwelijks te herkennen.
Mijn methode is kijken, zo scherp mogelijk fotograferen, liefst met de sporenkapseltjes en dan maar zoeken op internet en vergelijken.
Ik heb veel aan het boek FotogidsMossen van Chris Buter waarin ruim 600 soorten op duidelijke foto's staan. Het boek is sinds mijn vorige post over mossen flink in prijs gedaald.
Een prachtige site blijft die van Yavannah, door haar ben ik enthousiast geworden.
En toevallig postte Helma gisteren prachtige foto's van een aantal mossen.

In het vervolg wil ik geregeld een mosje in mijn tuin nader bekijken en daar zo toegankelijk mogelijk – anders kan ik het zelf niet eens meer begrijpen ;-) – verslag van doen. Want mossen, dat is lastige materie.



dinsdag 14 januari 2014

Minibiotoopjes in huis: kleine oerwoudjes.


Sommige van mijn minibiotoopjes in glazen potten zijn kleine oerwoudjes geworden. Het is erg leuk om in een glazen pot wat geschikte plantjes te stoppen en dat z'n gang te laten gaan. In een vorige blogpost beschreef ik hoe dat moet en daar zie je ook een tweetal glazen, die ik hier ook weer laat zien. 


Voor veel mensen zonder tuin of zelfs maar een balkon is het leuk om op deze manier een stukje natuur in huis te halen. Nou ja: iets wat die suggestie wekt. Het gaat erom, wat je er zelf aan beleeft. Zelf wil ik altijd iets jungleachtigs ervaren. 


Maar hieronder - vergelijk hem maar met ruim een jaar geleden - is het weer iets “netter”.


Kijk voor meer inspiratie ook maar weer eens bij de Amerikaanse Slug and Squirrel.

dinsdag 7 januari 2014

Barnsteen: oeroude plantenresten.


Oeroude plantenresten, bewaard gebleven in het stukje barnsteen hierboven, laten je als het ware een kijkje nemen in een zeer ver verleden. In het bovenstaand stukje is dat minstens 1 miljoen jaar geleden en die ronde dingetjes zijn vermoedelijk fossiel stuifmeel van coniferen. Het is barnsteen (lengte 2 cm) van onbekende herkomst aan een hangertje

Barnsteen heeft altijd zeer tot mijn verbeelding gesproken. Het is versteende hars, afkomstig van prehistorische dennenbossen ( w.s. Pinus succinifera, die een zeer rijke harsproduktie had). De uit de boom druppelende hars nam geregeld zaden, pollen en zelfs kleine insecten in zich op. In de loop der tijden versteenden de harsresten en werden ze overspoeld door een stijgende zeespiegel en /of meegevoerd door (ijs)rivieren, kwamen ook in zee terecht en spoelden weer aan. Men spreekt over barnsteen, wanneer dit versteende materiaal tussen de 130.000.000 en 1.000.000 jaar oud is.
80% van de barnsteenvondsten is afkomstig van plaatsen rond de Baltische zee (Oostzee) , waar zich zo'n 35 miljoen jaar geleden bovengenoemde dennenbossen bevonden. Zie hier voor meer informatie.

Op veel stranden in Denemarken, Polen en de Baltische staten kun je barnsteen vinden. Met enig speurwerk op internet vind je wel waar en wanneer je de meeste kans maakt op vondsten. Ook in Nederland op de Waddeneilanden en op andere geschikte plaatsen komt het voor.
Erg leuk om er een stukje vakantie met kinderen aan te wijden. 

Nu zijn de stukjes, die je vindt niet zo mooi helder doorschijnend als de stukjes, die ik voor dit blog heb gefotografeerd. Die zijn dan ook op een stenenbeurs gekocht en al in een trommelmachine gepolijst. Een handig iemand kan zo'n machientje trouwens ook zelf maken, je kunt dan van meer steentjes schitterende siersteentjes trommelen.


Tot slot hierboven mijn allermooiste barnsteentje (lengte 1 cm), daarin zit een mugje gevangen. Een stukje dat in Gdansk (Polen) is gevonden. Dit mugje leefde dus in het Eoceen, zo'n 40 miljoen jaar geleden. Daar kan ik mij haast geen voorstelling van maken. Ik koester dit oeroude mugje.





woensdag 1 januari 2014

Maandelijks hetzelfde kleine stukje tuin gespot: januari.


Het hééft wat: elke maand eenzelfde stukje tuin aandachtig beschouwen door het zoveel mogelijk vanuit eenzelfde invalshoek te fotograferen. Ik kan er tóch geen afscheid van nemen. In plaats van een flink stuk tuin daarvoor te nemen, zoals de afgelopen twee jaar , lijkt het me aardig om een ongeveer een vierkante meter steeds van bovenaf te fotograferen. En om dit stukje daarnaast vanaf muizenperspectief te bekijken, waarbij de fotocamera vanaf de grond schuin omhoog gericht ditzelfde stukje in het vizier neemt.


Er groeien o.a. siergrasjes, mosjes, een nog heldergroene geranium, paarsachtig verkleurd zenegroen, een doveneteltje en een flinke rozet papaver.
Dit stukje tuin zal, zoals de rest van mijn tuin, nauwelijks worden aangeraakt, de bodem is er bedekt en vrijwel dagelijks kom ik er langs en kijk ik wat er gebeurt.
Dat is toch het meest spannende van het tuinieren: het hele jaar door kijken wat er allemaal in je tuin gebeurt op plekken die, eenmaal ingeplant, zichzelf verder mogen ontwikkelen.
Welke nooit vermoede zaden vinden hier een plek en hoe vindt zo'n plantengemeenschapje zijn evenwicht...
Het is duidelijk dat dit plekje zijn evenwicht grotendeels heeft gevonden.