dinsdag 5 april 2022

Mijn stokoude vlinderstruik leeft nog en hoe.


 Oud, maar niet dood: en ‘s zomers bloeiend alsof de vergankelijkheid niet bestaat.

De nu 25 jarige vlinderstruik (Buddleja davidii), die als zaailing zelf zijn plekje in onze tuin had gevonden, is volledig herrezen, nadat ik hem in mijn blog van 8 november 2014 als afgeschreven beschouwde.

Onze hovenier adviseerde destijds al hem nog een kans te geven, en zowaar: jaar in jaar uit beloont hij ons – 3 meter hoog - ‘s zomers met een weelde aan bloemen.



De gouden regel is, dat je zo’n oude struik niet meer tot 50 cm boven de grond terugsnoeit in het voorjaar. Met beleid licht bijsnoeien en dood hout verwijderen is het beste.


Kijk eens naar de beide, eerbiedwaardige stamvoeten.


De mooiste “voet” is die hieronder, gedraaid en gekronkeld:


Je kunt ook zien dat er jongere scheuten naast de oude zijn gegroeid: een natuurlijk proces van verjonging. De afgestorven stammen van zes jaar geleden zijn vermolmd en verteerd.


Ik voel me verwant met zo’n oude, toch steeds weer volop bloeiende, vlinderstruik.

“Zet hem op” zeg ik tegen hem en meteen ook tegen mijzelf.