donderdag 16 januari 2020

Echt vroege krokus en nog meer.



Om mijzelf beter door de wintertijd te helpen zocht ik in het najaar van 2018 naar de vroegst bloeiende krokus. In de catalogus van Nijssen Bulbs vond ik de Crocus imperati subsp. Imperati “De Jager”, bloeiend in januari/februari, een bijzonder mooi krokusje met een romantische beschrijving:


Ik plantte ze in een stukje grond vlak voor de serre, zodat ik ze van binnenuit kon zien.
De eerste bloei vond plaats op de eerste dagen van februari 2019. 


De kleuren komen overigens niet helemaal overeen met de afbeelding in de catalogus, ze zijn minder donkerpaars.

Verrast was ik toen ik vlak na de afgelopen Kerst op 28 december 2019 het krokusje al vol in de knop zag:


Ik herinnerde me van het jaar ervoor dat de imperati heel gevoelig was voor regen en wind, de mooie bloemen gaan dan plat en kapot.
7 januari 2020:

 11 januari 2020:

Dit jaar viel me ook het grote herstelvermogen op, op de een of andere manier ontstaan steeds nieuwe knoppen die, als het weer even meezit, mooi uitkomen en inderdaad een prachtig kleur en lijnenspel laten zien.


Er zijn ook meer bloemen dan vorig jaar, het bolgewasje heeft het op de zonnige en droge plek kennelijk naar de zin.
Alle andere krokussen zie ik nog nauwelijks verschijnen. We hebben hier dus écht te maken met een zeer vroeger krokus, die zich in de zachte winters van tegenwoordig nog vroeger dan vroeg vertoont. 

Ook in deze natte, sombere winters, die misschien nauwelijks echte kou meer brengen, verlangen we weer naar de warmte en het licht van het voorjaar en de zomer, Zo’n vroeg krokusje is dan een teken van een nieuw groeiseizoen.
Samen met het eerste polletje sneeuwklokjes, ook een vroege soort, waarvan ik de naam niet meer weet.


Hoe gaan onze inheemse planten en de bijbehorende dieren om met het zo snel opwarmende klimaat? Daaraan denk ik als ik de nog volop in bloei staande goudsbloem zie: dat is toch bizar?


Zó snel kan de natuur zich niet aanpassen, nauw op elkaar ingestelde verhoudingen tussen plant en dier raken ontwricht.
Toch houd ik mijzelf en mijn naar tuinactiviteit hunkerende handen in bedwang: tot half maart kan er nog heel goed een flinke vorstperiode komen ( zie 2018).
Tot slot een bloeiende roos van de “Rosa New Dawn”, die ik vanmorgen hoog boven de schutting spotte: