zaterdag 18 mei 2019

Mijn favoriete sieruien half mei.



Al jaren heb ik een zwak voor alliums (sieruien).
Als ik in mijn doos met zakjes van ooit aangeschafte alliums kijk, schrik ik wel als ik moet constateren hoeveel soorten na een paar jaar al zijn verdwenen. Hoe goed ik ze ook probeerde uit te zoeken op hun geschiktheid voor een bepaalde standplaats en bezonning.

Een van de soorten, die zich al jaren handhaaft is de bulgaarse ui (Allium bulgaricum) die de laatste jaren in de catalogi staat onder de naam Nectaroscordum siculum subsp bulgaricum).
Deze zaait zich zelfs uit.
Daarom durfde ik het eindelijk aan om afgelopen herfst een dure Armeense variëteit te bestellen, de Nectaroscordum tripedale (synoniem Allium tripedale). Deze is groter, steviger en heeft dieper roze gekleurde klokjes met overvloedig nectar. (zie ook eerste foto bovenaan)
De plant stelt me niet teleur, het is een echte blikvanger, vooral ook door de spectaculaire manier, waarop de bloem als het ware uit de windselen komt:






Ik hoop dat deze soort éven blijvend blijkt te zijn als de bescheidener bulgaarse ui, die ook heel mooi is:




Al jarenlang komt de groep Allium ”purple sensation” terug, deze sierui verdraagt iets schaduw:


Dit kleine lage alliumpje verscheen ineens weer, nadat ik het betreffende plekje had ontdaan van al te overdadig siergras, de naam kon ik niet meer achterhalen:


En dan heb ik een veldje van de zelfs licht woekerende Allium triquetrum:


Hieronder het totaalplaatje: rechtsonder de Allium triquetrum tussen de bloempjes van het lieve vrouwen bedstro, rechts van het midden bovenaan de  Nectaroscordum tripedale en een golf van oranje schijnpapaver.



Aan de zuidkant in het zandige grind komt elk jaar weer de puinallium terug (Allium karataviense):  


Later in het jaar komen nog meer alliums tot bloei, het is leuk om ook wat later bloeiende soorten te hebben. Daar kom ik nog op terug.