vrijdag 23 november 2012

Natuurlijk tapijt.


Nu het grootste gedeelte van het blad is gevallen, zien we in bos en tuin de mooiste natuurlijke tapijten. (hierboven: beukenblad)
De dikke lagen gevallen bladeren of naalden zijn niet alleen heerlijk om overheen te lopen, maar zijn ook de manier van de natuur om overwinterende planten in de grond te helpen overleven. Het is een natuurlijke bescherming, een isolerende laag.
Bladblazers en -stofzuigers, de lawaaierige apparaten die vaak door stoere mannen al dan niet met oordoppen bediend worden, zijn daarom slechts nuttig waar een gladderige smurrie dreigt te ontstaan op paden en wegen én op grasvelden, waar het gras verstikt kan worden.
Voor het overige: koesteren, die natuurlijke bescherming, die langzaam gaat verteren, veel kleine organismen het leven geeft, die de restanten weer omzetten in voedingstoffen voor je planten. (hieronder: metasequoia naaldjes)


Aardig om te weten is, dat deze natuurlijke tapijten altijd al een inspiratiebron zijn geweest voor ontwerpers van vloerkleden. Wij mensen voelen ons kennelijk thuis bij de kleuren, die we ook van nature op de aardbodem aantreffen. Zandkleuren, bruinen, groenen. (hieronder: fluweelhortensiablad)


En groen schijnt een kleur te zijn die mensen rustig maakt. We associëren het kennelijk met de kalmerende invloed van het mostapijt en een bos.
Ik vergeet nooit de opmerking van een directeur van een grote welzijnsinstelling, die op zijn kamer mosgroen tapijt had liggen. Hij zei dat hij van zichzelf wist dat hij een gevoelig vegetatief zenuwstelsel had: vandaar deze kleur.




vrijdag 16 november 2012

Riet: bomenkalender nr.12.


Op de Keltische bomenkalender staat het riet als boom van de maand in de periode van 28 oktober – 24 november. Meer nog dan bij de vorige twee “bomen” op deze kalender ( de klimop en de wijnstok) rijst de vraag hoe het komt dat de Kelten het riet op hun bomenkalender hebben gezet.
Dit zou zo zijn vanwege het uitgebreide wortelgestel en de meterslange – 2 tot 4 meter – stengels van deze plant.
In de vorige post vertelde ik over het Keltische feest Samhain, die de novembermaand inluidt. Over het gevoel van de Kelten, dat in deze tijd van het jaar de grens van onze wereld naar de “geestelijke wereld” als het ware transparant lijkt te zijn. In dat kader past het riet, dat groeit op het grensvlak van twee biotopen: water en land.


Het maakt de oevers stevig en biedt een schuilplek voor waterdieren.
In onze lage landen kennen we allemaal de wuivende rietkragen langs plassen, meren, rivieren, vaarten en sloten. Vooral als het riet van juli tot oktober bloeit met paarsachtige pluimen, geeft dat een bijzondere schoonheid aan het
landschap.


Riet ( Phragmites australis, synoniem: Phragmites communis) behoort tot de grote familie van de grassen. Het wordt nog altijd op grote schaal gebruikt voor dakbedekking en voor rietschermen. In onze omgeving in Zuid-Friesland zijn nog altijd veel rietdekkersbedrijfjes actief, die in de winter, als in het waterrijke natuurgebied de Weerribben/de Wieden een flinke ijslaag ligt, het riet gemakkelijk kunnen afsnijden.
Dat zijn dan de oude halmen, want riet sterft in de winter af. De dikke, holle, ver kruipende en diepgaande wortelstokken (de rhizoommassa) overleven met gemak strenge winters.
Riet in een gemiddelde tuin langs je vijver is geen optie: te groot, woekerend en de sterke wortels gaan door je vijverfolie heen. Wel wordt riet, samen met andere oeverplanten (heliofyten) ook op grote schaal toegepast in bassins, waar verontreinigd water doorheen wordt geleid om dit te reinigen. De wortelstokken geven zuurstof af aan de omringende bodemgrond en daar gedijen weer zuurstofbehoeftige bacteriën, die in staat zijn schadelijke stoffen af te breken. Heel simpel gezegd werkt zó een heliofytenfilter. Mensen, die in het gelukkige bezit zijn van een zwemvijver, kunnen zo'n bassin toepassen om het water op natuurlijke wijze schoon te houden.

donderdag 8 november 2012

Transparantie.

                                                         
 In de eerste helft van november worden veel bomen dun in de kruin of ze zijn hun blad al kwijt. Met het lage zonlicht, dat door de kalende takken schijnt, zie je prachtige, transparante taferelen (hierboven een beuk, hieronder de metasequoia).
Zou het dat transparante zijn, dat “door de dingen heen kijken”, waardoor mensen al sinds oude tijden het gevoel hebben, dat in deze periode van het jaar de grens naar het rijk der goden en het rijk der doden maar heel dun is? 


Het Keltische Samhain op 31 oktober, het daarvan afgeleide Halloween (31 oktober) en Allerheiligen en Allerzielen ( 1 en 2 november): het zou te maken hebben met de gevoeligheid die nu aanwezig is voor het hogere en het lagere in de geesteswereld.
De dagen zijn kort, geregeld is er ochtend- of avondmist, de tijd van de mistflarden, die voor “witte wieven” worden aangezien. De nachten zijn lang en maken de gedachten soms te zwart. Het gebrek aan licht speelt ons wellicht parten.

                                                         rosa glauca
Het is niet voor niets dat de decemberfeesten ons in de lange donkere periode wat afleiding gaan geven.
Laten we maar hopen, dat onze gevoeligheid voor schoonheid ook groter wordt in deze donkere maanden. 

                                                       tamme kastanje

zaterdag 3 november 2012

Op het eerste gezicht 11: november.


Elke maand een blik op hetzelfde stukje tuin. En nu is het al weer begin november. Klik hier om de maanden te vergelijken.
Vergeleken met begin oktober is de verandering in de tuin aan de westkant groot. Plantenstengels vergelen, veel gevallen blad. De metasequoia hierboven links laat dagelijks meer roodverkleurend loof zien, waarvan al een gedeelte is afgevallen. Nog een dag of tien, en dan gaat hij kaal de winter in, met aan zijn voet een tapijt van roodbruine, afgeworpen en zachtbenaalde takjes.
Op deze foto zie je boven achteraan een sluier van witachtige dotten. Dat zijn de zaadpluizen van de uitgebloeide clematis vitalba, die kans heeft gezien de laurierkers van 8 meter hoog en evenzo breed te overgroeien. Het is een schitterend gezicht, en dat was het ook al gedurende de bloei.

  
En hierboven dan de noordkant. Hetzelfde beeld van dunner wordend, vergelend blad aan de tamme kastanje boven in het midden en allerlei neergedwarreld blad op de grond.

Buiten gaat er nu niet veel meer gaat gebeuren. Nieuwe bollen heb ik de afgelopen maand al weer in de grond gestopt, potplanten ingegraven of in de kelder gezet. Bonsai's dicht bij elkaar ingegraven.
Defect vijverpompje gerepareerd, zodat er bij vorst altijd een ijsvrij plekje overblijft. En waarom deed dat pompje het niet meer? In het hok was een zware kist op het slangetje geplaatst... tja...