vrijdag 24 oktober 2014

Paddenstoelen in het bos.


Al bladerend door de foto's, die ik vorige maand nam in het mooie Sprielder- en Speulderbos bij Garderen, viel me op welk een rijkdom aan paddenstoelen zich daar bevindt.
Nu ben ik geen kenner op dit gebied en ik heb de namen moeten opzoeken bij Google, waarbij ik niet altijd zeker was van mijn zaak. Wanneer ik de naam fout heb, ben ik dankbaar voor een correctie.
(dank zij Helma: de regenboogrussula)
De mooisten moeten natuurlijk hier op de blog.
Bovenaan zie je een bemoste stam met een grote groep zwavelzwammen en linksboven een aantal tonderzwammen. Zó mooi... Tonderzwammen komen veel voor in dit bos.

tonderzwam

zwavelzwam
grote sponszwam
Vrij algemeen, maar toch niet zo bekend is de grote sponszwam. Ik had hem nog nooit bewust gezien. Wat een schitterende structuren.
De rest volgt zonder commentaar:

regenboogrussula (Russula cyanoxantha)

porseleinzwam
heksenschermpje
bovist
aardappelbovist

zondag 19 oktober 2014

Bladrozetten van tweejarigen zijn er al.


In de tuin zie je al royaal de bladrozetten van tweejarige planten die volgend jaar in bloei zullen komen . Het afgelopen jaar hebben ze vanaf zaad en kiemplant geïnvesteerd in het vormen van een krachtig bladrozet met stevige worteltjes om ongeschonden de winter te overleven. Zoals hierboven de kaardebol (Dipsacus fullonum), tussen het muurtje en de traptreden, iets verder van de plaats waar hij vorig jaar bloeide. Niet zo'n handige plek voor ons, maar wel voor hem, want het is er warm en zonnig. We laten hem uiteraard staan en we zien wel hoe we om hem heen gaan lopen. De plant is beschermd en daarom zeer welkom in onze tuin. Het bladrozet is goed te herkennen aan de scherpe stekels, die op het blad te zien en te voelen zijn. Alleen op het zeer jonge blad zijn ze nog niet aanwezig.

stekels op blad kaardebol
In het grind aan de zuidkant van het huis, ook warm en zonnig, vond ik een bladrozet waarvan ik dacht dat het mottenkruid zou zijn.  Omdat daar elk jaar veel mottenkruid staat.

geen mottenkruid, want haartjes
 
haartjes, zelfs kleine stekels, anders dan kaardebol

 Maar mottenkruid (Verbascum blattaria) vormt zachte, haarloze blaadjes ( zie onder) en dit rozet was enigszins behaard, maar niet zo sterk als de kaardebol.
Een andersoortig toortsje? We zullen het volgend jaar zien.

zeer jong mottenkruid
Nog zo'n onbekende is het volgende bladrozet. Met googlen kom ik er niet uit. Afwachten maar weer.

mij onbekend bladrozet
Iedereen kent waarschijnlijk wel de rozetten van het vingerhoedskruid (Digitalis purpurea), en die zijn weer royaal aanwezig.

Digitalis purpurea
En tot mijn grote blijdschap ook weer de teunisbloem ( Oenothera biennis) die het afgelopen jaar  met een aantal exemplaren flink gebloeid heeft, ik zie zelfs nú nog een enkele bloem. Volgend jaar weer van de partij, ook weer op een tamelijk zonnig plekje, en meest in grond waar toch wat in gewoeld is. 

Gewone teunisbloem (Oenothera biennis)
En tot slot het rozet van de mooie overblijvende papaver (Papaver oriëntale), maar die doet bij de tweejarigen maar voor spek en bonen mee, want dat is gelukkig een jaarlijks terugkerende overblijvende plant. 
 
Papaver oriëntale
Deze plant lijkt na de bloei volledig af te sterven, maar dat is schijn, na de zomer verschijnen al weer het overwinterende blad. Net als bij de bovengenoemde planten een belofte voor het volgende jaar.


donderdag 9 oktober 2014

Planten met een elegant gebaar.


Er zijn planten die in hun voorkomen iets elegants hebben, die als het ware een mooi gebaar maken. Ik ben daar de laatste jaren op gaan letten en ik wil zulke planten graag dáár neerzetten, waar ik ze goed kan zien. Sommigen dansen al bij een beetje wind en ze maken een tuin losser en natuurlijker.
Dat zijn vooral grassen, en daar laat ik er hier een aantal van zien. Maar ook een aantal varens, en sommige bomen / struiken zoals Esdoorns en cotoneasters kunnen die elegantie hebben in de wijze, waarop ze hun takken of bladeren spreiden.
In de zwarte pot op de foto hierboven staat het gelige Japanse berggras (Hakonechloa macra 'Aureola'), dat ook in een kleine tuin een charmante blikvanger kan zijn, zelfs dus in een pot. Dit gras wordt niet meer dan 40 tot 50 cm hoog.
En hieronder mijn favoriet, waar ik al vaker over schreef, het vedergras (Stipa tenuissima) dit is een fijnbladig super-wuivertje voor niet te vochtige, zonnige en arme grond. Heel leuk in groepjes.

vedergras (Stipa tenuissima)
 Voor schaduwrijke, zelfs wat drogere plaatsen is de veldbies (Luzula nivea), een heerlijk gras, dat ook niet meer dan zo'n 40 cm hoog wordt. In het voorjaar bloeit het met witte bloemetjes. 

veldbies (Luzula nivea)
 De grootste en royaalste, die ik in onze tuin heb, is de Molinia arundinacea ‘Transparent' op de foto hieronder. Hij behoort tot de familie van het pijpestrootje, maar is wel 2 meter hoog en de talloze transparante, overhangende bloeiwijzen zijn schitterend in de manier waarop ze het laatste zonlicht vangen en langzaam naar allerlei okers verkleuren. Voor zijn mooie "gebaar" heeft hij wel de ruimte nodig! 

rechtsvoor: hangende zegge ( Carex pendula) en daarachter:  Molinia arundinacea ‘Transparent'
 Het wat stoerdere gras, dat ervoor staat is de wintergroene, hangende zegge ( Carex pendula) die ruim een halve meter hoog kan worden. De bloeiwijzen komen hoger. Deze zegge heeft zich hier zelf gevestigd.
En tot slot de gewone lis (Iris pseudacorus), die hetzelfde losse gebaar maakt aan het einde van de vijver. De lissen hadden de laatste jaren de hele vijverrand rechts ( niet in beeld) in beslag genomen, zodat we dachten dat we geen vijver meer hadden. Met behulp van een broodmes heb ik er een aantal uitgekregen, en dat werk viel me eigenlijk nog mee ;-)
Maar ik wil de lis, die in het voorjaar zo vrolijk bloeit, natuurlijk niet kwijt, zodat hij dit stukje mag afsluiten.


vrijdag 3 oktober 2014

Maandelijks hetzelfde kleine stukje tuin gespot: oktober.


We vergelijken het stukje tuin, dat vanaf januari (op september na) maandelijks is gespot met begin augustus. Waar is de cypreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias) gebleven? Die heb ik op dit gedeelte zoveel mogelijk gewied. Hij ging de boel daar zo'n beetje overnemen en dat wilde ik op deze plek niet. Linksboven en op de etage daarbeneden - zie rechtsboven - is hij nog uitbundig aanwezig. Ik wil hem uiteraard niet kwijt, en weggewied krijg je hem ook niet: als je goed kijkt zie zie de sprietjes al weer verschijnen. Dat is niet erg, dat geeft in het volgende voorjaar op die plek weer leuke gele accentjes.
De "gewone" geranium is vervangen door de Geranium x oxonianum "Wageningen", een nakomeling van een zaailing die aangetroffen is in het helaas opgeheven Arboretum de Dreijen te Wageningen (een deel van het plantenmateriaal is overgebracht naar het gelukkig nog bestaande Belmonte Arboretum) en verder heb ik er wat crocusbolletjes (violetrose Crocus tommasinianus "Barr's Purple") gepoot. De nieuwe rozetten van de papaver hebben zich al weer gevormd, die gaan gewoon zo overwinteren. De gele sprietjes iets boven het midden op de foto zijn nieuwgeplante Amsonia ciliata (stermaagdenpalm) en links boven het midden zie je nieuw geplante Physostegia.

nieuwe rozetten van de overblijvende papaver
En zo vergaat het de tuinier: stukjes tuin worden aangepast om het in de komende jaren nóg mooier te maken. Hoewel ik best terughoudend ben om dingen te veranderen en steeds maar in de grond te wroeten, is het leven soms sterker dan de leer. Voor mijn geestesoog zie ik dan al weer de schitterende toekomstige resultaten. Hetgeen soms meevalt, maar ook flink kan tegenvallen omdat een zorgvuldig uitgekozen plant het dan toch niet blijkt te doen.
Maar de ware tuinier blijft altijd hoopvol.