vrijdag 26 november 2021

Babyplantjes op het blad van de zachte naaldvaren.


Een aantal weken geleden zag ik, dat op de nerven van het blad van de mooie, wintergroene zachte naaldvaren ( Polystichum setiferum “Herrenhausen”) allemaal piepkleine jonge varenplantjes waren gegroeid.

Nu had ik al een aantal jaren eerder van deze mooie, fijne en sterke varen kleintjes weten op te kweken, vanuit ditzelfde verschijnsel.

De moederplant van 2015 met onderaan links en rechts van het midden de al bewortelde jonkies:


Sterker nog; die kleintjes van toen blijken nu de moederplanten van de nieuwe baby’s.


De afgelopen drie jaar hebben deze jonge planten een beetje staan kwijnen aan de noordkant van het huis: de zomers waren te droog en te warm voor ze.

Maar dit jaar hebben ze zich in volle glorie weten te ontwikkelen en vormden ze zelf weer babyplantjes:


Normaal gesproken vermenigvuldigen varens zich via de sporen onder op het blad. Ik heb wel eens gelezen dat sommige varens ook jonge plantjes op de bladnerven konden vormen, maar ik kon die info nergens meer terug-googelen.

Om de jonge planten geworteld te krijgen moet het blad de grond raken en wat tijd en vocht krijgen.

Daar kun je natuurlijk een handje bij helpen, door het blad op de grond vast te maken met een stokje o.i.d. Dat had ik bij bovenstaande planten niet gedaan.

Dus speurde ik of er bladeren waren, die zelf de grond hadden gevonden waardoor de babyplantjes waren gaan wortelen.

En ja hoor, een paar bladeren hadden nogal wat jonge, bewortelde varentjes. Voorzichtig verwijderde ik het blad met de bewortelde plantjes:  


Omdat deze mooie varens het op (half)beschaduwde, niet al te droge plaatsen uitstekend doen, besloot ik de jonge plantjes uit te planten in een bak om ze verder op te kweken en later uit te planten:


Mijn varenbaby’s staan nu op een beschutte plaats, en inmiddels heeft de Metasequoia ze een winterdekentje gegeven.

Zo kun je aan het begin van de winter toevallig al genieten van jong en pril groen.


zaterdag 6 november 2021

Dat gouden herfstlicht.


Een week geleden konden we genieten van dat bijzondere, heldere herfstweer, waarin de zon de geel en rood kleurende bladeren zo mooi uitlichtte. En dat bij een diepblauwe, wolkenloze hemel.

Ik noem dat de periode van het gouden licht, dat zien we slechts in de herfst.

In de lente is het meer het zilveren licht, dat weliswaar opwekkend en vitaliserend is, maar de visuele warmte van de lage herfstzon mist.


De (bonsai)boompjes in hun winterzandbak:





Ik houd van het melancholieke gevoel, dat de herfstzon oproept: de zomer is voorbij, de winter nadert, maar het is nog niet zo ver.




Het is deze week alweer voorbij.

Veel blad is gevallen, het is grauw, grijs en kil buiten. Veel vaste planten storten genadeloos in. 

De gouden momenten vind ik nu niet meer in de tuin.