zondag 22 december 2013

Kerstgebeuren enzo.


Nu is het hele kerstgebeuren niet echt iets waar ik vol verlangen naartoe leef. Het is niet zo dat ik van te voren al bedenk welke heerlijkheden ik mijn familie allemaal ga voorzetten en op welke decoratieve wijze ik het huis versier. Ik ben eigenlijk iemand van de anti-Kerst: ik krijg tegengestelde neigingen. Boerenkool of zoiets eten in een huisje op de hei....

Maar ik heb ontdekt dat het té veel energie neemt om je tegen de alom aanwezige kerstsferen te verzetten.
Dit jaar laat ik het gewoon over me komen. We hebben een zeer bescheiden kerstboom, een kleine sparrensoort in een grote pot, die, na te hebben overzomerd, voor het tweede jaar mag optreden. En er hangt een verlichte ster voor het raam. Ik maak een gerecht dat ook de kleinere kinderen lekker vinden en dat ik beheers. Verder doe ik niet moeilijk.
Met Oud en Nieuw zijn we met z'n tweetjes en gaan we lekker lezen. En op 2 januari is alles gelukkig voorbij en kunnen we weer gewoon doen.
Ach, ik ben gewoon niet zo'n feestnummer, ik staar liever wat in het groen met een boek bij de hand en ga mijn gewone gang.
Maar desalniettemin verlang ik naar het licht, dat langzamerhand weer terugkeert. De tekenen van nieuw leven in de natuur – dáár kijk ik naar uit. En met mij alle tuin- en natuurliefhebbers.

Tenslotte wens ik mijn lezers goede feestdagen toe, ieder op zijn / haar eigen wijze. En vooral een gezond en voorspoedig 2014.


vrijdag 13 december 2013

Is er schoonheid in het verval?

blad van de pluimpapaver
Wanneer we buiten de totale ineenstorting van de verdorde vaste plantenwereld in ogenschouw nemen, kunnen we niet anders erkennen dat schoonheid hierin ver te zoeken is. Schoonheid kan je nog wel ervaren in het bekijken van de ontbladerde bomen, die nu hun “skelet”, hun ware vorm, tonen.
Ergens begrijp ik misschien wel de tuinierders, die hun tuin “winterklaar” maken, die alle verdorde stengels vlak boven de grond afknippen, het blad ruimen, om zo de tuin “netjes” te maken voor het winterseizoen.

stengels van de wilde oregano
Maar of het goed is: neen. Die plantenstengels bieden een veilig heenkomen voor allerlei organismen, die hierin de winter overleven. De plantenstengels beschermen ook het “hart” van de plant, dat – bij wijze van spreken – nog klopt onder de grond. Een afgeknipte stengel laat vocht en kou onmiddellijk door. Ook het afgevallen blad vormt een “deken” om de ondergronds doorlevende planten én het bodemleven te beschermen, bovendien verteert het langzaam tot gratis compost.
De natuur doet het zelf zo en wij doen er goed aan in deze processen niet onnodig in te grijpen.
In onze tuin laat ik nu alles op zijn beloop. Alleen de stengels die echt hinderen, knip ik weg of knak ik om. Het afknippen gebeurt verder in het vroege voorjaar. 

blad van de grootbladige cotoneaster
Het is wel desolaat, die totale ineenstorting. Tóch, als je beter kijkt, is er schoonheid te ontdekken in het verval.

overwinterend rozet van de gele toorts






maandag 2 december 2013

Op het eerste gezicht: december 2013.


Dit is de laatste foto van hetzelfde stukje tuin in 2013. Een jaar lang is vanuit een zo veel mogelijk gelijk standpunt hetzelfde stuk tuin gefotografeerd. Een aantal tuinbloggers deed mee aan dit project.
De eerste foto was van begin januari.
Nu is het begin december en vergeleken met de vorige maand is duidelijk, dat het meeste blad van de bomen is gevallen en dat de ineenstorting van de vaste planten is begonnen.
Het is nu de periode om de tuin de tuin te laten. Er wordt niet meer gewerkt. Opruimen is niet echt aan de orde, behalve wanneer iets me écht stoort. Alles mag verdord blijven staan of ineen storten, dat is de natuur en zo wil ik het ook graag in de tuin zien.
Hoewel de tuin rondom is omringd door overwegend groenblijvende coniferen en hoge heesters, zien we toch dat het wat doorzichtiger is geworden naar de achterburen toe.
Ik ben met het fototoestel nog even naar links gedraaid, waar we zien dat de Metasequoia nu geheel kaal is, zodat het schuurtje weer in zicht komt.


Als ik naar voren kijk, zie ik dat het blad van dwergmispel Cotoneaster horizontalis nu geheel verkleurd is. De bessen zijn voor een groot deel opgepeuzeld, ik denk door het roodborstje, dat ik vanmorgen betrapte in de struik. Dat charmante vogeltje volgt me steeds nieuwsgierig, als ik in de tuin scharrel. 


Verder naar beneden komt de vijver weer temidden van de instortende beplanting te voorschijn.


Ik ben nog aan het nadenken of ik volgend jaar weer elke maand een stukje tuin via de lens zal tonen. Na twee jaar aan het project “Op het eerste gezicht” te hebben deelgenomen, vind ik het eigenlijk wel genoeg. Dus ga ik broeden op een ander project...