zondag 31 januari 2021

Geurgenoegen in de wintertuin.

Ik prijs elke dag, waarop ik geur kan opsnuiven, want zo’n 70 / 80% van de mensen met beginnende Corona schijnt al aan geur (en smaak)verlies te lijden.

In onze winterse tuin loop ik dagelijks even langs de twee struiken, die behoren tot de top van de geurende winterbloeiers: Viburnum bodnantense “Dawn” en Lonicera fragrantissima.

Nu moet je niet denken dat zich een wolk van zaligheid door je tuin verspreidt, zoals ik bij aankoop dacht. Mijn reukvermogen is bovengemiddeld goed, maar de geuren van beide struiken geven zich pas prijs, als je je neus vlak bij de kleine bloemetjes houdt, maar dan word je wel beloond.

Van de Viburnum bodnantense “Dawn” staan twee exemplaren al enige jaren in de tuin.


De struik bloeit vanaf november tot februari met trosjes bloemetjes ( zie beginfoto). De struik groeit langzaam vrij smal de hoogte in tot 2 á 3 meter hoog, en is hier goed droogtebestendig.

Van de geurende struikkamperfoelie (Lonicera fragrantissima) verwachtte ik echt veel.


Ik kocht de struik vier jaar geleden en plantte hem op een plek, waar ik geregeld voorbijloop. De eerste twee jaar groeide hij nauwelijks en met veel moeite zag ik eind februari een enkel bloemetje, die toch al minder dan een cm groot zijn. Vorig jaar was de groei eindelijk op gang gekomen en zag ik aan het eind van de winter meer bloesem.


Maar het afgelopen jaar is de struik – ondanks de droogte – flink gegroeid en zit voor het eerst vol knoppen, waarvan de eerste pas zijn geopend.

De struik wordt omschreven als bladverliezend, maar blijft hier wintergroen. Maar ik moet afwachten hoe de plant de matige vorst van de afgelopen nacht én de  komende tijd gaat doorstaan.



Deze struikkamperfoelie groeit dus langzaam, staat vrij zonnig en is hier droogte-tolerant.

Hij groeit vrij breed uit en wordt een meter of twee hoog.

De geur is zeer subtiel en fijntjes, ik vind dit “parfum” haast  wat chiquer dan dat van de Viburnum.

Maar vandaag, na de vorst, geeft de berijpte bloesem geen geur af.