woensdag 28 oktober 2015

Plantenbiotoopjes in glas.


Al eerder ( hier en hier) heb ik geschreven over het maken van kleine plantenbiotoopjes in glazen potten.
Een soort mini-terrariums met uitsluitend kleinblijvende plantjes.
Je kunt kiezen voor de open vorm, waardoor luchtuitwisseling met de buitenwereld kan plaatsvinden. In een grote pot zoals hierboven en hieronder ( 30 cm hoog en 23 cm middellijn) kun je (kamer)plantjes kwijt, die van wat vochtiger lucht houden. Je kunt de hoeveelheid vocht goed zelf in de gaten houden en zo nodig aanvullen.


Je kunt ook gebruik maken van glazen potten of flessen, die je afsluit. Daar ontstaat dan een zelfregulerende atmosfeer, die zichzelf in stand houdt. Het verdampte vocht vormt condens op de glaswand en keert weer terug in de grond. 

Het is erg leuk om daar mosjes of andere mini-plantjes in te houden. Mosjes van buiten kunnen heel leuk worden in zo'n potje.

Als je Googlet op "closed plant glass"en "closed terrariums" en je kijkt bij afbeeldingen, dan gaat er een wereld voor je open.

dit was een oploskoffiepotje met tuinmosje en miniplantje
Ik zal hier aangeven hoe ik te werk ben gegaan bij het inrichten van onderstaand afgesloten flesje. Het flesje is slechts 15 cm hoog, evenals bovenstaand koffiepotje,.

Het flesje heb je tevoren goed schoongemaakt en nagespoeld met water. De binnenkant moet weer droog zijn anders krijg je te veel rommel langs de wand bij het inrichten.
Je begint een laagje te leggen van grind of kleine steentjes, spoel ze schoon onder de kraan en droog ze af. Dat is goed voor de drainage. Men adviseert daaroverheen, vooral in afgesloten potten, een laagje actieve kool aan te brengen om ongewenste stoffen te absorberen. Dat korrelige spul kun je krijgen bij winkels die aquariumbenodigdheden verkopen. Daar bovenop komt dan een laagje potaarde.
Ik koos voor cocopeat, dat is wat meer gezuiverd en dan voorkom je mogelijk schimmelvorming.
Je kunt met een interessant steentje of stukje schors het minilandschapje zonodig nog wat stylen. Ik gebruikte een lange aquariumpincet om het spul door de hals van het flesje te prutsen.

onderaan grover steenslag, dan wat actieve houtskool, tenslotte grof cocopeat
De mosjes - je hebt maar heel weinig nodig - zet je er ook voorzichtig in en als je tevreden bent spuit je een paar keer met de plantenspuit wat water erin. Er mag geen laagje water op de bodem komen. Het moet meer vochtig dan nat zijn.


Dan sluit je het flesje af en zet hem op een lichte plaats op een vensterbank, maar niet boven een verwarming en niet in de zon.
Dan met rust laten en kijken wat er gebeurt. Je merkt vanzelf als je de boel te nat hebt gemaakt, dan zie je het begin van rotting en schimmelvorming. Je kunt dan de dop er een tijd afhalen om het overtollige water te doen verdampen. Als je de zaak ziet verdrogen, kun je de plantenspuit nog een keer hanteren.
Het is even wat ervaring opdoen. Er mislukt wel eens een biotoopje. Van de flesjes uit de vorige blogpost is er geen één meer over; al hebben sommigen het een paar jaar uitgehouden.
Ik hoop met deze lichting, die ik een aantal maanden geleden samenstelde, meer geluk te hebben.

De charme van het geheel is, dat een paar simpele mosjes of andere miniplantjes zo'n leuk wild biotoopje kunnen vormen. En nagenoeg onderhoudsvrij.

zaterdag 17 oktober 2015

Eiken en eikenstoven.


De mooiste eik is misschien wel een boom die volledig vrij en ongehinderd mag uitgroeien in het open veld. We troffen tijdens onze vakantie in het gebied noordelijk van de Paardenslenkte (Hezingen), net over de grens met Duitsland, een aantal zeer mooie zomereiken aan.
De onderste takken beginnen al zeer laag aan de stam en krijgen door de optimale lichtinval de gelegenheid zich goed te ontwikkelen.


De meeste eiken, die je tegenkomt, zijn zomereiken (Quercus robur). Je herkent ze aan de steelloze bladeren , maar de eikels zitten wél op een steeltje. Bij de zeldzamere wintereiken (Quercus patrea) is het net andersom. Er zijn trouwens bastaarden, die qua kenmerken tussen beide soorten in zitten.


In een bos zie je zulke majestueuze eiken niet. Daar moeten de bomen concurreren met de buren, waardoor de onderste takken afsterven.
Vroeger, toen de eikenhoutbehoefte groter was (houtskoolproduktie, looizuur voor de leerlooierijen, bouwhout) werden eiken regelmatig terug gekapt (eikenhakhout). Deze bomen liepen dan vanuit de rand van de stobben en vanuit het wortelgestel weer uit. 



Zo ontstonden hele groepen eiken, die vanuit éénzelfde wortelpartij groeiden: de z.g. eikenstoven. De middellijn kan wel 10 tot 35 meter zijn; dan zijn deze stoven soms wel honderden jaren oud. Door DNA onderzoek van de afzonderlijke "bomen" kon men vaststellen dat deze allen tot dezelfde wortelpartij behoorden.


Plaatsen, waar deze oude stoven zijn gevonden zijn uiteraard zeer interessant voor bos- en bodemonderzoekers. Een zeer interessant stuk hierover (Eikenerfgoed in Nederland en Vlaanderen; eikenstoven in verleden, heden en toekomst) kun je hier downloaden.

Een merkwaardige, geknotte eik troffen we aan in een weiland ten zuidoosten van Vasse (Overijssel). Gezien de stamdikte is het een ouder exemplaar, dat men waarschijnlijk geknot heeft om hem op deze plek te kunnen handhaven.

geknotte eik in weiland bij Vasse (Ov)
En zo kun je ook de eiken beschouwen, die langs vele wegen zijn aangeplant: keurig in rijen en tot hoog op de stam van zijtakken ontdaan. 


Dat zijn eigenlijk zielige bomen, die, om ze te kunnen handhaven, in een keurslijf zijn gedwongen.

Zou dat in onze overgereguleerde maatschappij misschien ook voor ons mensen gelden?

( Over de eik schreef ik eerder hier)

dinsdag 6 oktober 2015

Begroeiing van dood hout in het bos.


Al een aantal decennia is het normaal om dood en afstervend hout in het bos te laten liggen en te laten verteren volgens de processen van de natuur. Dit stimuleert een grote diversiteit aan mossen, paddenstoelen en allerlei kleiner en groter dierenleven.


Tijdens onze vakantie wandelden we veel in de bossen noordelijk van Ootmarsum en daar heb ik extra gelet op de schoonheid van de begroeiing van het dode hout.


De beginnende herfst geeft het voordeel dat ook de paddenstoelen zijn verschenen.