woensdag 29 mei 2013

Een échte voorjaarsdag: lusten en lasten.


Ondanks het buitengewoon koude weer van dit voorjaar, gaat de natuur gewoon zijn gang.
Vanmorgen maakte ik een foto van een stukje tuin, dat ik op 9 april ook vastlegde. Toen kon ik haast niet geloven dat het desolate plekje (zie hier beneden) ooit weer iets zou gaan worden. En zie hierboven. Geduld: dat is een goede eigenschap voor ieder die tuiniert.


Maar gisteren was het dan eindelijk een echte voorjaarsdag. Na zondag nog in winterjas met maillot onder de lange broek bij zo'n graad of 9 in de kille wind te hebben gelopen, kon je gisteren eindelijk bij ruim 19 graden in een mild zonnetje in de tuin bezig zijn. Wat was dat heerlijk. Vogelgeluidjes, rondzoemende hommels, koolwitjes, veel bloeiende planten, de rododendron op punt van uitlopen... Hier verlangen we nu de hele lange, en ook nog eens wreed verlengde, winter al naar.
En in de namiddag met een boekje en een glaasje wijn dromerig het oog over al deze weelde laten glijden, ik had me weer helemaal verzoend met mijzelf, de anderen en de wereld.

Maar 's avonds liet de natuur zich weer even van de andere kant zien: er zat weer een teekje in mijn arm. En een uurtje later zag ik er ook een in mijn andere arm. Mijn geduldige echtgenoot trok ze er weer uit. Omdat ze met zekerheid binnen 24 uur waren verwijderd, hoef ik me er niet al te druk over te maken, besmetting met de borrelia-bacterie is dan vrijwel uitgesloten.
Maar toch. Vanmorgen werd ik - uren te vroeg - wakker waarna vele sombere gedachten over teken in mij opkwamen. Mijn kansen op de ziekte van Lyme stegen per minuut en mijn ogen en die van mijn echtgenoot om teken waar te nemen werden steeds slechter, laat staan ons vermogen om ze te verwijderen. Op alle grassprieten in de tuin zaten clubjes hongerige teken te wachten tot het moment dat ik daar voorbijkwam. Hoe kon ik toch op het idee zijn gekomen om zulke smalle paadjes te maken, met zoveel begroeiing ernaast. Ik moest toch alles eens wat beter gaan bijhouden naast die paadjes. Maar verdorie, het was daar de laatste weken toch ook geen weer voor geweest...


En zo ging ik allerlei strategieën liggen bedenken en besloot ik mijn eigen, nuchtere blog hierover van het vorige jaar nog maar eens door te lezen...
Dus stond ik maar op om het teekgebeuren uit mijn hoofd te zetten. En wat zag ik toen ik in de spiegel keek? Op mijn keel? Juist: de derde teek.

dinsdag 21 mei 2013

The real thing.


De ware tuinier ziet niet op tegen vuile handen. Sterker nog: hij/zij houdt ervan. Nooit de zandbak ontgroeid. Lekker vuil worden: het echte werk.
Wat ik het liefst doe is met mijn oudste kleren aan in de tuin rondscharrelen. Werken zou ik dat niet willen noemen. Ik kijk naar de planten, naar de grond, naar de lucht. Ik sta eens wat, zit eens wat, ga op de hurken, trek hier eens een grasje uit, verzet eens een potje. Breng een verdrukt plantje in veiligheid in een ander potje...
Tuinhandschoenen heb ik ook wel eens aan, vooral als het soepele, mooie zijn. Maar op de één of andere manier liggen die dan ineens ergens en heb ik weer van die gezellige tuinhandjes, waarop je een minuut moet poetsen met een borsteltje.


Omdat ik als vijftienjarige nóg altijd in m'n rommelkleren met een schepnetje bij de slootjes rondhing - we woonden aan de rand van de stad - maakte mijn moeder zich zorgen of ik ooit wel aan de man zou komen: in nette jurkjes met nylon kousen voelde ik me verschrikkelijk opgeprikt...
Ja, ja, zo waren die tijden ruim 50 jaar geleden, de vrouw werd nog niet algemeen als een zelfstandig en mondig mens gezien.
Het is overigens wel goed gekomen met mij ;-) gelukkig heb ik een man getroffen die ook dol is op stenen en zand - al kijkt hij ernaar door de microscoop.

zaterdag 18 mei 2013

Knikkend parelgras siddert zo charmant.


Een ongecompliceerd siergrasje, dat op dit moment royaal in onze tuin bloeit, is het knikkend parelgras (Melica nutans). De bloeiwijze, met de donkerpaarsige parelvormige bloeiwijzen, is opvallend en maakt dit grasje tot een echte blikvanger, vooral als het in groepjes is gaan groeien.


Het is een grasje, dat zich slechts langzaam aan via de wortelstok uitbreidt, het is dus goed in bedwang te houden. Het zaait zich ook uit.
Het is een heldergroene grassoort, die in het wild wel in bosranden in Europa en Azië voorkomt. Een wat humusrijke, (licht)beschaduwde grondsoort heeft zijn voorkeur, maar in onze tuin is hij niet kieskeurig en komt op allerlei plaatsen te voorschijn. Het gras blijft ook lang mooi door de zaden, die zich na de bloei ontwikkelen. In de winter sterft hij af, maar komt altijd weer terug.
Een fijne grassoort voor de natuurlijke tuin.
Als je één pol koopt en deze slaat aan, dan heb je voor jaren plezier van dit charmante grasje, waarvan de aartjes een beetje sidderen, als de wind erdoor gaat. Dit maakte het dus wat moeilijker de detailopnames te maken...
We kunnen jammer genoeg nog niet echt spreken van heerlijk voorjaarsweer, maar ach, onze tuinen zien er tenminste weer aantrekkelijk uit.


donderdag 9 mei 2013

Op het eerste gezicht: mei 2013.


Uit de "op het eerste gezicht" foto van begin mei blijkt wel waarom ik wat later ben met het plaatsen van de foto. Er was gezellig, klein (tuin)bezoek: de kleinkinderen. Er mocht zand worden versleept en daar werden allerlei tableau's mee samengesteld.

Maar het verschil met de vorige opname is groot, zoals al verwacht.Gelukkig weer overal groen, de roodbladige kers achteraan rechts bloeit bescheiden en het meest opvallend is de gele dotter in het centrum van de foto. De enthousiaste vogelgeluiden kan ik niet latenhoren: beloning voor een winter lang voeren? Een paartje zwartkop heeft zich zelfs gevestigd.


Om de vijver heen drie flinke pollen dotters, wat zijn dat toch een blikvangers. Ik heb even ingezoomd op een pol: schitterend. Het is hier in de tuin trouwens de tijd van de gele bloemen: dotter, paardenbloem, elfenbloem, de haast uitgebloeide hondstand, de kerria en de euphorbia.
Het wordt steeds meer feest in de tuin, de mooiste maand is begonnen.



In "op het eerste gezicht" tonen een aantal (groen) bloggers aan het begin van de maand steeds eenzelfde stuk / of meer stukken van hun tuin.  Kijk voor meer tuinen hier.

vrijdag 3 mei 2013

Dansende, elegante, gele hondstandbloemen.



De mooiste, zwavelgele bloemen - elegant als danseresjes - zie ik op dit moment bij twee groepen gele hondstand, die nu volop bloeien in onze tuin. Deze gele hondstand Erythronium 'Pagoda' bloeit dus later dan de al lang uitgebloeide en bescheidener, roze bloeiende Erythronium dens-canis, die ik eerder vermeldde. Het is één van de weinige voorjaarsbloeiende bolgewassen die in onze tuin elke jaar weer terugkomt met een opvallend vitale groep royaal bloeiende planten.


Ze beginnen bescheiden te bloeien maar na een paar dagen krullen de bloemblaadjes haast van plezier als ze de zon voelen. Ik moet er gewoon steeds naar kijken.
De bolletjes moeten in het najaar worden geplant en mogen absoluut niet uitdrogen, ze blijven daarna gewoon in de grond zitten.
De plant vraagt een halfbeschaduwde plek in humusrijke, wat vochthoudende grond.