woensdag 26 juni 2013

Luzula nivea: een sterk, witbloeiend siergras.


Er zijn siergrassen, die heel dicht bij de wilde vorm staan, en één ervan is de witbloeiende veldbies: Luzula nivea. Het gras vormt pollen met fijne, heldergroene sprieten, die wintergroen zijn.
Het zaait zich met mate uit en vormt geen uitlopers. Het is een heel aardig gras, vooral door de mooie witte pluimpjes, waarmee het in mei / juni bloeit. 


 Daarna zijn de zaadpluimpjes nog lang decoratief.


Ook op moeilijke plaatsen gedijt dit gras: droge, zwaarbeschaduwde plaatsen, maar ook op wat vochtige plekken in de volle zon. Het gras komt volledig tot zijn recht als het een paar jaren staat, waardoor de pol wat groter is geworden. Als je er een plaatsje voor uitzoekt en je geeft hem wat de ruimte, kan je mooie, spontane effecten creëren samen met andere beplanting.
Het gras behoort samen met het iets minder gemakkelijke vedergras ( Stipa tenuissima) tot mijn favoriete grassoorten.

zaterdag 22 juni 2013

De langste dag en de kortste nacht: feest.


Nu we de kortste nacht gepasseerd zijn... 
een nacht, die natuurmensen geacht worden dansend en zingend door te brengen met vreugdevuren, zonder ook maar aan slapen te denken...
Een nacht, waarin ik toch maar het bed heb opgezocht aangezien de temperatuur niet uitnodigde tot buiten springen...
De zonnewende, waarin we de langste dag en de kortste nacht gehad hebben en de dagen weer haast onmerkbaar gaan korten. We merken het nauwelijks want we treden nu officieel de zomermaanden binnen. Daar gaan we van genieten en we hopen op wat stabiel warm weer. Want zo'n uitschieter van krap een dag , zoals we de vorige week hadden, tja... dat is eigenlijk een beetje geplaag van de weergoden om ons te laten voelen hoe zomer ook al weer voelt. Om het ons daarna weer meteen af te pakken.
Maar ik ga een rondje maken in de tuin. Van donker naar licht.


Zo wild mogelijk, want ik hou van wild in de tuin. Het kan me haast niet wild genoeg zijn. Want dan lijkt het op natuur. Dan kan ik me verbeelden dat ik me in de wilde natuur bevind. 


Aan een bosrand,


en dan weer in een bloemengebiedje.


Daarvoor hoef ik dan mijn tuin niet uit. In het klein heb ik die spannende wilde natuur dan toch een beetje om mij heen. Een tuin moet me een beetje overweldigen, ik moet me er klein in voelen. De natuur is groter dan ikzelf. Ik mag daar wel zijn, maar de natuur speelt een hoofdrol. En ik stuur een beetje bij, maar ik heb het niet helemaal in de hand. En dat gevoel zoek ik in mijn tuin. En in deze maanden schenkt de natuur in mijn tuin mij dat gevoel ruimschoots.
Dit gevoel had ik dus de afgelopen nacht willen vieren.


zaterdag 15 juni 2013

Uit de windselen.


Elk jaar weer verbaast deze mooie looksoort, de Nectaroscordum siculum subsp. bulgaricum,
mij weer door de manier waarop de uit meerdere klokjes bestaande bloem zich langzaam van haar windselen ontdoet. Het is haast een geboorteproces.

 
  
Deze looksoort werd vroeger tot de alliums gerekend, maar heeft nu een aparte naam gekregen.
De bollen worden in het najaar geplant en komen daarna jaren terug, ze zaaien zich in onze tuin zelfs uit. Het is een weinig kieskeurige plant voor zon, halfschaduw en niet té droge grond.
Deze ook wel Bulgaarse ui genoemde plant komt van nature voor in Zuid-Europa en het Midden Oosten. De kleur van de hangende klokjes is zeer bijzonder, paarsachtig met groen. Ze bevatten veel nectar en trekken zo insecten aan. Op dit moment staan de planten hier in volle bloei.

 



Als ze uitgebloeid zijn, ontwikkelen zich zaaddoosjes, een soort torentjes, die weer rechtop staan.
Er bestaan nog een paar soorten Nectaroscordum waarvan een witte soort - Allium siculum ssp. disoscoridis (syn. Nectaroscordum meliophilum) op mijn wensenlijstje staat. Deze soort heb ik bij gespecialiseerde kwekers nog niet kunnen vinden.
Omdat deze uisoort zo mooi, bijzonder én gemakkelijk is, behoort hij tot mijn favorieten en mag hij op de blog. 

 

donderdag 6 juni 2013

Een wilde en een gecultiveerde akelei.


Akeleien zijn zeer welkome, gemakkelijke en zichzelf uitzaaiende planten in zon en halfschaduw. Ze zijn ook niet ál te kritisch ten aanzien van de standplaats. Maar van origine zijn het planten van de bosrand.
Lang geleden heb ik wat zaad meegenomen van de wilde, blauw tot donkerpaars gekleurde akelei (Aquilegia vulgaris) uit een bos uit Zuid Limburg - zie hieronder.  Eens gezaaid, blijft hij altijd terugkomen. 


Als er andere variëteiten en kleuren in en rond je tuin staan, zullen ze kruisen, zodat je allerlei variaties kunt aantreffen. Een hele mooie is de dubbele Aquilegia 'Nora Barlow' (hieronder), een gekweekte soort. Maar wél een, die sterk is, goed terugkomt en zich zelfs uitzaait. En dat is bij cultuurvormen ook wel eens anders.
  

In een wat wildere tuin of in tuinen met wat minder sturing, kunnen akeleien voor hele aardige effecten zorgen. In onze westelijke tuin staan ze tussen lievevrouwenbedstro,  oranje schijnpapavertjes en achteraan een fluitenkruidplant.



maandag 3 juni 2013

Op het eerste gezicht: juni 2013.


Dit zal wel haast de mooiste "op het eerste gezicht" zijn van het hele tuinseizoen. Elke maand een foto van hetzelfde plekje. ( zie hier voor meer deelnemers).
De vorige keer was het terrasje een feestje voor de kleinkinderen, nu is het mijn eigen speelplaatsje weer. Een klein deel van mijn bonsai's is te pronk gezet, en - ik kan het niet laten - een soort minivijvertje is ingericht in de witte bak. Vandaar dat ik de camera nog maar even iets naar rechts heb laten gaan.


Maar we gaan natuurlijk ook even iets naar links met de camera, want daar staat de gewone rhododendron schitterend in bloei.


Iets meer naar rechts staat ook nog een tweede, kleinere.
Het is haast de mooiste tijd in de tuin. Na de lange, verlengde winter en het kille voorjaar is nu eindelijk het genieten weer aangebroken. En de weersvooruitzichten zijn ook lang niet slecht!