zondag 12 september 2021

Mijn hop gaat “hop” de boom in.

 De hopplanten doen het dit jaar wel erg goed, té goed eigenlijk.

Ze hebben een deel van onze mooie, hoge Japanse esdoorn ingepakt.

Ook de grote rododendron heeft een hop-hoed gekregen.



“Dat zou ik zo niet willen hebben”: zegt mijn echtgenoot.

Daar zit wat in.

De hop sterft in de winter bovengronds volledig af, en volgend voorjaar zal ik de jonge scheuten al vroeg een halt toeroepen. Of zelfs opeten: de allerprilste uitlopers schijnen qua smaak op asperges te lijken. Je moet er haast bij blijven staan, want ze groeien razendsnel metershoog.

Vanaf de eerste etage gezien:



De laatste drie jaar hebben ze zich vanwege de droogte aardig ingehouden, maar dit jaar zijn ze mij dus volledig ontkomen.




Jammer genoeg zijn het mannelijke hopplanten, die met een wolk van fijne witte bloempjes bloeien, maar geen vruchten (de hopbellen) vormen zoals de vrouwelijke plant.

Het heeft nu geen zin om aan de sterke, bebladerde stengels te trekken, je zou zo maar de boom kunnen schaden. 


De dode resten van de hop zullen in de winter geleidelijk door de wind uit de boom worden geblazen. Het blad raakt nu al al wat vermoeid: 


Toen ik de afgelopen dagen in mijn tuinstoel naar de ingepakte esdoorn zat te staren, vond ik het ook wel wat hebben: de boom krijgt een haast sculpturaal karakter: 



Kunstenaar Christo (1935 – 2020) pakte dan destijds beroemde gebouwen in, de hop doet het met bomen.