Het
is bekend dat in de maand februari de jonge dassen worden geboren.
Als onze das toch een vrouwtje zou zijn? En een stuk of drie jongen
zou krijgen?
Van
18 tot 22 februari gaf de camera geen beelden van de das. Zouden er
jongen zijn? Vanaf 23 februari weer een vrij
regelmatig patroon: tussen middernacht en een uur of twee eruit,
tussen 4 en 5 uur erin.
Eind
februari was de das weer 3x 24 uur afwezig. Op bezoek in een naburige
burcht? Dat laatste schijnt wel meer te gebeuren, wees een aantal
jaren geleden een onderzoek met gezenderde dassen uit.
Om
meer zekerheid te krijgen omtrent aanwezigheid en afwezigheid, zou
een binnencamera in de kruipruimte onder
de achterkamer, gericht
op
het slaaphol, zeer nuttig kunnen zijn. Aldus plaatsten we daar op 7
maart een Wifi-camera met
accu. Daarvoor moest wel eerst een Wifi-versterker bij de achterkamer
worden geplaatst om meldingen en een goed beeld op de smartphone te
krijgen. Dat
alles had wel wat voeten in de aarde, maar alles werkte perfect.
Wel
bleek na een week dat we de camera onder de grond weer moesten
verzetten om de gang van de das van en naar het gat van het slaaphol
beter in beeld te krijgen.
Vanaf 14 maart hadden we op deze manier met vrijwel 100% zekerheid beelden van vertrek en binnenkomst van de das. Uiteraard ook nog ondersteund door de opnames van de Wildcamera buiten, die het gat onder de muur observeerde.
Op
17 en 18 maart bleek de das behoorlijk kreupel te lopen: een probleem
met een achterpoot.
Reden
om contact op te nemen met de expert van Das en Boom. Deze adviseerde
om af te wachten, dassen zijn sterke dieren en herstellen doorgaans
snel van niet te zwaar letsel. Vangen en naar de dierenarts brengen
is uiteraard geen optie met zo’n wild dier.
We
bespraken nog de mogelijkheid (vanaf 1 juli) van een one-way poort:
de das kan er wel uit, maar niet meer in en zal op zoek moeten naar
een alternatieve verblijfplaats. Goede ervaringen hadden ze ook met
het neerleggen van een strook volière gaas van zo'n 1,5 meter lengte op
de toegangsroute
naar
het gat.
De dassen aldaar vonden het
zo hinderlijk om daaroverheen te lopen, dat ze het opgaven.
De
das ging elke
dag
weer beter lopen.
Vanaf
26 maart bleef het dier maar liefst 5 nachten weg. Het was nu vrijwel
zeker dat de das geen jongen had – zou anders nooit zo lang bij het
nest wegblijven. In de nacht van 4 april kwam hij ook niet terug. Dit
gedrag opende perspectieven: de das had duidelijk een alternatief
onderkomen, zouden we bij een volgende afwezigheid de toegang kunnen
afsluiten? We brachten meneer handhaving op de hoogte.
In
de nacht van 11 april
zorgde
de das voor een verrassing: hij was wel een uur lang bezig met het
naar de ingang toe achterwaarts slepen van allerlei plantaardig
materiaal.
Het
bleken afgebeten bladstengels
van een veldje alliums die
een een
meter of tien verder in de tuin stonden.
Hij
had ze een trap op
en weer
een
trap af gesleept. Trap
op:
Hij(?)
zou toch niet een leuke vriendin hebben ontmoet, haar verteld hebben
van zijn
schitterende dubbelgeïsoleerde souterrainwoning
bij ons… Je wist maar nooit.
We
besloten na
de
eerstvolgende afwezigheid
de toegang af te sluiten.
In
de nacht van donderdag
op vrijdag
11
/ 12
april ging hij uit, maar kwam niet terug.
Die
vrijdag
sloten we het hol af met een plaat en stenen ervoor. We volgden
het advies op van Das en Boom en
maakten
een
gaaspad van anderhalve meter in de route naar het hol.
We
sprayden een stankje, waarvan we nog
wisten,
dat hij dat erg vervelend vond, tegen
de afgesloten openingen
en
we
wachtten de camerabeelden van die nacht vol spanning – en
met
een licht schuldgevoel – af.
Iets
voor half zes in de vroege ochtend daarna kwam de das van de andere
kant (meed het gaas!) en naderde met uitgestrekte hals voorzichtig de
afgesloten opening. Hij rook de stank, trok de kop terug, ging
langzaam achteruit en liep
rustig weg.
In
de weken erna heeft de buitencamera, en uiteraard de binnencamera,
hem niet meer gespot. De
das heeft dus door zijn gedrag aangetoond een alternatief onderkomen
te hebben.
We
berichtten meneer handhaving; hij
vond het een mooie afloop en heeft de Provincie
verder op de hoogte gesteld.
Ook
onze bevriende ecoloog vond dat een mooi avontuur op
een
bevredigende
manier ten
einde was
gekomen. Zijn voorspelling was
uitgekomen.
Het
is bekend, dat er in onze directe omgeving meer dassenburchten zijn.
Eén in het bos hier vlak bij. Ook dichtbij is een grote wei, ideaal
om wormen en emelten te zoeken.
Onze
dichtbegroeide, ecologische tuin is ideaal voor meer
dieren dan we dachten.
Wij
hebben het als een voorrecht beleefd, dat een wild dier onze plek
heeft uitgekozen om een half jaar te verblijven. Ik heb heel veel
plezier beleefd aan de observaties via de camera’s, er ook veel van
geleerd.
Het
was ook
een
beetje dubbel: leuk, spannend, tijdsintensief maar we
beseften heel
goed,
dat er écht
geen
dassenburcht onder je huis kan gaan ontstaan.
De
bemoeienis van de Provincie
Fryslân
was
in deze zaak sterk ondersteunend vooral via meneer handhaving. Door het vertrek van de das hoefden geen lastige trajecten van ontheffing en dergelijke te worden
doorlopen.
Het gat is inmiddels netjes afgewerkt door onze hovenier. Nu is het huis rondom niet meer toegankelijk voor allerlei krakers en
onderhuurders met vier pootjes en een staart met of zonder vieze
luchtjes.
Om
van het avontuur af te kicken gaf onze dochter ons: