De eik wordt wel beschouwd als de
koning van de bomen in onze Noord-Europese regio. Een stoere, grote
en sterke boom, die vooral als solitair onze bewondering afdwingt en
ons nederig maakt. De Kelten beschouwden hem als een heilige boom en
de Keltische priesters, de druïden, werden eikmensen genoemd.
Mogelijk had het Griekse woord voor eik: “drus“ een verwantschap
met het woord druïde.
De boom is de zevende boom van de Keltische bomenkalender en behoort bij de periode van 10 juni tot 7
juli.
Eiken, en dan bedoelen we vooral de
zomereik (Quercus robur) en in mindere mate de wintereik (Quercus
petraea) vormen tot de Middeleeuwen de hoofdmoot van onze Europese
bossen. De meeste van deze bossen zijn gekapt, slechts in Engeland
zijn nog wat eikenoerbossen over. Als restanten treffen we op enkele
plaatsen nog zeer oude solitaire eiken aan, 1000 tot mogelijk1400
jaar oud!
Tot ongeveer 1750 werden eikenstammen
gebruikt als constructiehout voor woningbouw en scheepsbouw. Door het
looizuur in hout en bast is het hout zeer duurzaam. De Spaanse
Armadavloot werd verslagen dankzij de schepen, vervaardigd van het
hout uit de Britse eikenwouden.
Ook in veel vroegere tijden had de eik
bij vele volkeren een hoofdrol als heilige boom. Hij werd door de
Germanen geassocieerd met de dondergod Wodan, mede vanwege zijn
gevoeligheid voor blikseminslag. We weten niet of dat komt door zijn
diepe penwortel of door het feit dat hij vaak op kruisende waterlopen
schijnt te staan.
De vereerde bomen waren meestal een zomereik, omdat de vorm zo grillig en imponerend is. De wintereik
komt minder vaak voor, is ook regelmatiger van vorm.
Onze woning grenst aan een weg, die
omzoomd is door zomereiken. Zoals dat meestal gaat met bomen die op
openbaar terrein staan, worden deze “opgeschoren”, dat wil zeggen
van de lagere takken ontdaan, zodat ze een lange stam lijken te
hebben, met daarbovenop de kroon. De kroon wordt meestal goed in toom
gehouden vanwege het risico van afbrekende of hinderlijke takken.
Maar een echte eik moet je niet
belemmeren, die komt pas goed tot zijn recht wanneer hij vrijgelaten
wordt.
Kijk nog maar eens naar de schitterende
veelstammige gestalte van de eik op de eerste foto bovenaan. We
troffen hem in het voorjaar in op de Sallandse Heuvelrug.
Het is aardig om de komende weken ook
eens te letten op de ontwikkeling van het zg. Sint Janslot, de
lichtgroene uitlopers, die de boom maakt na de 21e juni. Zie hieronder.
Vroeger, toen ik jong was, gingen we spelen in een bos niet ver van bij ons. Daar stond een zéér grote eik waar we steeds weer in kropen, met de benaming 'den dikken eik'. Ik vraag me af of die boom daar nog staat...
BeantwoordenVerwijderenMooi, zulke jeugdherinneringen aan een boom!
VerwijderenWat interessant, heb nog nooit gehoord van een Sint Janslot. Ga morgen even kijken bij onze eikebomen. Er staat er nu, zomaar spontaan, eentje in het hart van de kruidentuin.
BeantwoordenVerwijderenIk wens je een zonnig weekend ;-).
Bij mijn kleine eikjes begint het St. Janslot nét te komen; maar alles is hier laat....
Verwijderen