donderdag 28 juni 2012

De eik: bomenkalender nr.7.


De eik wordt wel beschouwd als de koning van de bomen in onze Noord-Europese regio. Een stoere, grote en sterke boom, die vooral als solitair onze bewondering afdwingt en ons nederig maakt. De Kelten beschouwden hem als een heilige boom en de Keltische priesters, de druïden, werden eikmensen genoemd. Mogelijk had het Griekse woord voor eik: “drus“ een verwantschap met het woord druïde.
De boom is de zevende boom van de Keltische bomenkalender en behoort bij de periode van 10 juni tot 7 juli.



Eiken, en dan bedoelen we vooral de zomereik (Quercus robur) en in mindere mate de wintereik (Quercus petraea) vormen tot de Middeleeuwen de hoofdmoot van onze Europese bossen. De meeste van deze bossen zijn gekapt, slechts in Engeland zijn nog wat eikenoerbossen over. Als restanten treffen we op enkele plaatsen nog zeer oude solitaire eiken aan, 1000 tot mogelijk1400 jaar oud!
Tot ongeveer 1750 werden eikenstammen gebruikt als constructiehout voor woningbouw en scheepsbouw. Door het looizuur in hout en bast is het hout zeer duurzaam. De Spaanse Armadavloot werd verslagen dankzij de schepen, vervaardigd van het hout uit de Britse eikenwouden.
Ook in veel vroegere tijden had de eik bij vele volkeren een hoofdrol als heilige boom. Hij werd door de Germanen geassocieerd met de dondergod Wodan, mede vanwege zijn gevoeligheid voor blikseminslag. We weten niet of dat komt door zijn diepe penwortel of door het feit dat hij vaak op kruisende waterlopen schijnt te staan.
De vereerde bomen waren meestal een zomereik, omdat de vorm zo grillig en imponerend is. De wintereik komt minder vaak voor, is ook regelmatiger van vorm.
Onze woning grenst aan een weg, die omzoomd is door zomereiken. Zoals dat meestal gaat met bomen die op openbaar terrein staan, worden deze “opgeschoren”, dat wil zeggen van de lagere takken ontdaan, zodat ze een lange stam lijken te hebben, met daarbovenop de kroon. De kroon wordt meestal goed in toom gehouden vanwege het risico van afbrekende of hinderlijke takken.
Maar een echte eik moet je niet belemmeren, die komt pas goed tot zijn recht wanneer hij vrijgelaten wordt.
Kijk nog maar eens naar de schitterende veelstammige gestalte van de eik op de eerste foto bovenaan. We troffen hem in het voorjaar in op de Sallandse Heuvelrug.
Het is aardig om de komende weken ook eens te letten op de ontwikkeling van het zg. Sint Janslot, de lichtgroene uitlopers, die de boom maakt na de 21e juni. Zie hieronder.






4 opmerkingen:

  1. Vroeger, toen ik jong was, gingen we spelen in een bos niet ver van bij ons. Daar stond een zéér grote eik waar we steeds weer in kropen, met de benaming 'den dikken eik'. Ik vraag me af of die boom daar nog staat...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat interessant, heb nog nooit gehoord van een Sint Janslot. Ga morgen even kijken bij onze eikebomen. Er staat er nu, zomaar spontaan, eentje in het hart van de kruidentuin.
    Ik wens je een zonnig weekend ;-).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Bij mijn kleine eikjes begint het St. Janslot nét te komen; maar alles is hier laat....

      Verwijderen