Toen we begin jaren zeventig van de
vorige eeuw als pasgetrouwd stel in een flat in Leeuwarden woonden,
kwam “de wilde tuinman” een tuin aanleggen rondom een kerk
(Regenboogkerk) op steenworp afstand. Er werden vrijwilligers
gevraagd om hem bij de klus te assisteren. Ik was één van die
vrijwilligers.
De “wilde tuinman” was Louis G. leRoy. Naderhand bekend geworden om zijn ecologische
groenprojecten en het 1000-jarig project op zijn eigen weiland: de
Ecokathedraal.
Louis G. le Roy is afgelopen zondag op
87-jarige leeftijd overleden.
Zijn opvattingen hebben mijn visie op
tuinieren sterk en blijvend beïnvloed.
Hij was destijds één van de eerste
pleitbezorgers van ecologisch tuinieren op kleine en ook op veel
grotere, landschappelijke schaal. Hij verzette zich tegen de
statische manier waarop de groenvoorziening in de steden plaatsvond,
hij vond dat je daarmee de natuur uitschakelde. Hij wilde de mensen
zélf betrekken bij het vormgeven van het groen in hun eigen
omgeving; hij wilde dat dat groen zich na de aanleg dynamisch en vrij
zou kunnen ontwikkelen, omdat hij meende dat dat zowel de
biodiversiteit als het welzijn van de stedeling daarmee zou worden
bevorderd.
Hij zag kans autoriteiten over te halen
hem projecten op grotere schaal te laten uitvoeren in samenwerking
met omwonenden. Voorbeelden waren de Kennedylaan in Heerenveen (jaren
zestig) en de le Roy-tuin in de wijk Lewenborg te Groningen (1973).
Ook in het buitenland kon hij een aantal projecten starten.
De tijd speelde een belangrijke rol in
zijn projecten; de natuur ordent zichzelf in de loop van de tijd, en
die tijd moet gegeven worden. Het is duidelijk dat hij vaak met de
overheden en ambtenaren overhoop lag, tijd is voor hen hoogstens 4
jaar, 8 jaar is al lang; dynamiek is onvoorspelbaar en meewerkende
burgers zijn lastig.
Op zijn eigen terrein, een weiland in
Mildam bij Heerenveen startte hij, ook in de jaren zeventig, het
projekt van zijn Ecokathedraal. Hij had met de gemeente Heerenveen
afgesproken dat deze puin van afbraak jarenlang op zijn land mocht
storten. Van dit materiaal, stoepranden, bakstenen, tegels enz.
vormde hij allerlei torenachtige constructies; alles zonder cement.
Hiertussen en erop zette hij planten uit, die insecten en andere
dieren aantrekken. En na aanplant liet hij alles zichzelf
ontwikkelen. Intussen bouwde hij eigenhandig door, zo lang hij kon.
Om ook na zijn dood continuïteit te waarborgen richtte hij de
Stichting Tijd op, die het project blijft vervolgen. Hoelang dit door
zal gaan: “duizend jaar”, zei hij. Hoe hoog zal het worden? “300
meter...”
Ook in een kleinere tuin kun je gebruik
maken van zijn manier van werken. Het opbrengen van stenen, puin en
stapelingen ervan zorgt voor hoogteverschil, schaduwgebiedjes, stenen
blijven de warmte lang vasthouden en puin geeft kalk af. Hierdoor
ontstaan miniklimaatjes en dat bevordert de biodiversiteit.
Wat betreft de keuze van de beplanting
hield hij zich niet aan het principe van de destijds al bekende
heemtuinen, waar men uitsluitend een bij de grondsoort en streek
passende inheemse beplanting toepaste. Hij vond dat maar statische
reservaten. Uiteraard hield hij rekening met klimaat en grondsoort
maar zijn plantenkeus was ruimer.
Over de begeleiding van de tuin daarna
citeer ik hem uit zijn boek “Natuur uitschakelen, natuur
inschakelen” uit 1973, dat mij en velen met mij heeft geïnspireerd
om een natuurtuin te maken:
“De natuur wordt beheerst door een
ordenend beginsel. We hoeven niet bang te zijn voor de chaos. De mens
mag alleen in het begin begeleiden, maar dan dient hij zich snel
terug te trekken. Niet spitten, niet sproeien en niet snoeien. Een
enkele boom kappen als het te vol wordt, dat mag. Maar lat die
boomstam alsjeblieft liggen. Door het natuurlijke rottingsproces
keert hij terug in de bodem. Zo vormt zich nieuwe grond. We halen te
veel bomen en bladeren weg. Zo raakt de aarde uitgeput. Onkruid
wieden? Geen sprake van. Onkruid is ook natuur. Het beantwoordt
alleen niet aan onze economische wetten van nut en rendement. De
natuur houdt er haar eigen wetten op na. Ze streeft naar variatie, ze
kent geen monocultuur”.
Is het mij gelukt om volledig volgens
deze principes te blijven werken? Nee.
Wanneer je de gelukkige eigenaar bent
van een groter terrein, kan je op een gedeelte ervan zijn werkwijze
toepassen. In kleinere tuinen zul je ook na de beginfase meer blijven
begeleiden en je hebt ook vaak andere doelstellingen met je tuin;
moestuin, siertuin, planten verzamelen enz.
Maar, hoe dan ook, Louis le Roy leert
je afwachten, geduld, terughoudendheid en tolerantie voor onverwachte
processen in je tuin. En daarvan worden zowel jijzelf als de tuin
beter.
dat vind ik nu eens tof dat over deze man geblogd wordt. Ik zag er op de hollandse tv eens een documentaire over en het fascineerde me. Deed me denken aan Facteur Cheval van Hauterives. Mooie filosofie en een kunstwerk dat alsmaar sjieker wordt.
BeantwoordenVerwijderenHopelijk brengt zijn heengaan deze originele man weer wat meer in de belangstelling. Wat boeiend, de Facteur Cheval van Hauterives, bedankt voor de link!
VerwijderenA.s. zondagmiddag (22 juli mo 15:30) is er een documentaire van zijn werkt te zien op Nederland 2, of nu al op YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=XUAXEzjV3r0&list=UUw1d4l8j8PaDSr2CqsZU4wg&index=6&feature=plcp
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor de tip!
VerwijderenWat mooi dat je deze persoon onder de aandacht brengt Zem. Als ik de natuur zijn gang zou laten gaan in mijn tuin waren er alleen nog paardebloemen denk. Het lijkt me wel prachtig als je een groot terrein tot je beschikking hebt en kunt volgen hoe het toegaat jaar na jaar in zo'n tuin.
BeantwoordenVerwijderenFijne avond en lekker genieten van het zonnetje.
Hartelijke groetjes
marijke
Het was een boeiende man, die ons anders naar "groen" heeft leren kijken.
VerwijderenWe genieten nu van het heerlijke weer, Marijke.
Sterke figuur. En hoe erg dat ik er nog nooit van had gehoord!
BeantwoordenVerwijderenSterk, ja. Om je in die tijd tegen de toen heersende opvattingen te kunnen verzetten en dat te blijven volhouden...
BeantwoordenVerwijderenWie weet, Onderdeappelboom, hoeveel boeiende figuren we niet kennen, omdat ze niet (meer) in de publiciteit komen.
Zijn gedachtengang kan ik volkomen begrijpen; dat je de natuur zijn gang laat gaan in een bepaalde omgeving waar alles mag en kan.
BeantwoordenVerwijderenMaar als ik hier de haagwinde, (grote winde of klokwinde of Convolvulus sepium), de woekerende solidago of het zevenblad hun gang zou laten gaan, dan domineren ze binnen de kortste tijd de hele tuin en versmachten ze alles wat in hun nabijheid probeert te groeien (laat staan te bloeien).
Prachtige bloemen die gewurgd worden door dominante woekeraars, voor mij is het een stap te ver naar het ecologische.
Zijn heengaan was me door de vakantie totaal aan me voorbij gegaan. Aparte man, met aparte ideeën. Ik hoop dat zijn cathedraal hem nog lang overleefd!
BeantwoordenVerwijderen